Sinds vorige week is Astrid Joosten terug als presentatrice van ‘Kanniewaarzijn’, een consumentenprogramma waarin ze hulp krijgt van cabaretiers en acteurs.
Is er dit jaar iets veranderd aan Kanniewaarzijn?
„Arthur Japin, die ik heel leuk vond als acteur vorig seizoen, is druk met een roman. Af en toe doet hij nog een gastrolletje, maar we hebben hem vervangen door Martin van Waardenberg. Daarnaast hebben we een nieuwe rubriek waarin we gekke krantenberichten laten becommentariëren door een panel van vier gemiddelde Nederlanders, ook gespeeld door onze komieken. Klachten van consumenten op een ludieke manier behandelen, is tijdloos. Daarom denk ik dat dit programma wel eens heel lang kan meegaan.”
Blijf jij de serieuze presentatrice of mag je af en toe ook uit de band springen?
„De schrijvers en cabaretiers moedigen me weleens aan om ook gek te doen, maar dat kan eigenlijk niet. De kijker moet nooit vergeten dat we het over echt leed van echte mensen hebben. Daar ben ík voor. Ik ben het anker en moet af en toe de realiteit in het programma terugbrengen. ”
Is dat een rol die je goed ligt?
„Ik denk dat het goed is om dit programma niet als een jonkie te doen. Je moet een bepaald overwicht hebben en een reputatie hebben opgebouwd. Als ík zeg dat een bedrijf zich slecht heeft gemanifesteerd, dan weet elke kijker dat ik het goed heb uitgezocht en dat het dus zo is. Wat dat betreft heb ik de goede leeftijd.”
Besteden jullie veel tijd aan de klachten die de uitzending halen?
„We hebben elke week 1,2 miljoen kijkers, dus als we een bedrijf in een kwaad daglicht zetten en dat klopt niet, zijn we de sigaar. Het is wel lachen op de buis, maar daarachter zit een voortraject van ongelooflijk veel research van goede journalisten.
Helpt jullie tussenkomst altijd?
„Soms is een telefoontje van onze kant voldoende om een zaak op te lossen. Zodra wij ons ermee gaan bemoeien, gaan ze toch maar praten, omdat ze anders slecht op televisie komen. Maar soms duurt het een paar afleveringen voordat we met iemand aan tafel zitten . Een moeizame branche is de luchtvaart. Als ik een kaartje voor een theatervoorstelling heb, kan ik dat zonder problemen aan iemand anders geven als ik niet kan. Dat kan bij luchtvaartmaatschappijen niet, zodat zij mijn stoel nog een keer kunnen verkopen. Dat is gewoon diefstal. Verzekeringsmaatschappijen zijn net zo. Zij maken meer winst naarmate ze minder uitkeren. Dan kun je op je vingers natellen hoe dat er soms aan toegaat. Dat vind ik buitengewoon oneerlijk.”