Aanvankelijk dacht Peter van der Vorst (40) dat ‘Mijn leven in puin’ íets te veel zou lijken op ‘Help, mijn man heeft een hobby’. Maar dat is toch niet het geval.
Past het programma je goed?
„Het past zeker bij de programma’s die ik presenteer. Het heeft diepgang en een maatschappelijke betrokkenheid. Met name het verhaal áchter de verzamelwoede intrigeert mij enorm. Er is altijd wel een bepaalde gebeurtenis te achterhalen die als oorzaak dient. Een scheiding, overlijden, een ander traumatisch moment. Het valt me wel op dat we veel alleenstaande mannen hebben.”
De kandidaten vallen je niet bepaald huilend van dankbaarheid in de armen …
„Nee, niet iedereen is even enthousiast als we aankomen. We moeten de mensen vaak echt over de streep trekken om mee te doen. Daarbij krijgen we gelukkig hulp van de dierbaren in kwestie, die soms zelfs een ultimatum stellen. Het is natuurlijk ook niet niks wat we doen. Dat kan behoorlijk ingrijpend zijn, zeker als de problemen al jaren en jaren bestaan.”
Is er nazorg?
„Zeker. Psychologe Barbara Nanninga en professional organizer Manita Overweg hebben heel intensief contact met de mensen. Vanuit de redactie is er ook na de opnames nog veel aandacht. Bovendien gaan we bij iedereen na een aantal weken opnieuw langs om te zien of het huis nog steeds opgeruimd is. Misschien een kleine stok achter de deur.”
Ziet jouw huis er ook zo ‘vol’ uit?
„Ik ben ook niet zo opruimerig. Ik heb thuis heel veel onzinnige dingen. Mijn eerste mobieltje is al jaren kapot, maar kan ik niet wegdoen. Kleding die ik allang niet meer draag, moet blijven. Spullen hebben voor mij dan een waarde gekregen. Ze herinneren me ergens aan. Ik ben echter niet zo extreem dat alles tot op het plafond opgestapeld ligt.”
Wat zien we vanavond?
„Theo woont in een droomvilla. Een prachtig plaatje van buiten, maar van binnen is de villa praktisch onleefbaar. Alle spullen staan metershoog opgestapeld. De bovenverdieping is simpelweg onbereikbaar geworden door alle rommel. Volgens vrienden en familie heeft Theo er zelf slapeloze nachten van en is hij doodongelukkig in deze situatie. Toch weigert hij elke vorm van hulp. Of toch niet?”