Televizier sprak met drie jonge amateurkoks uit ‘Junior Masterchef’, die zaterdag hun lievelingsgerecht klaarmaken.
De twaalf overgebleven kandidaten wacht vanavond een smaakproef. Daarvoor is een pizza van vier meter gemaakt: kunnen ze alle ingrediënten raden? Daarna moeten ze in exact 45 minuten hun lievelingsgerecht bereiden. Cecile, Zoë en Luca vertellen waarom ze eigenlijk meedoen.
Koken sinds kleutertijd
Cecile (12) staat al sinds haar vierde in de keuken. „Eerst hielp ik mijn ouders en opa; nu kook ik vier keer per week het avondeten. Anders verveel ik me. Echt kookles heb ik nooit gehad: mijn ouders en opa leren me het vak. Ik zit net op de havo en denk dat ik doorga tot de vierde; dan mag je naar de koksschool. De winnaar krijgt een stageplek in het restaurant van jurylid Ron Blaauw en die wil ik zo graag! Daar doe ik mijn uiterste best voor.”
Vriendschap
Ook Zoë (11) wil later kok worden. „Ik kook sinds mijn vijfde met mijn vader en oom en kan smaken goed van elkaar onderscheiden. Maar ik wil nog veel leren; daarom doe ik mee. Met de rest van de kandidaten is het erg leuk. Ik heb ook al wat vriendschappen opgebouwd. Het is daardoor wel moeilijk om afscheid van elkaar te nemen, maar we weten dat we samen blijven koken.”
Koken als hobby
Luca’s vader is kok, maar de 11-jarige wil van koken niet zijn beroep maken. „Het lijkt me wel leuk om als hobby te blijven koken. Ik help mijn vader ook vaak in de keuken, vooral als ik niets te doen heb. Mijn andere hobby’s zijn voetbal en poolen. Dat laatste helpt bij het koken; dan moet je ook geconcentreerd zijn. Die stage bij Ron Blaauw lijkt me geweldig; daar oefen ik ook voor, ook al heb ik er soms geen zin in. Toch denk ik niet dat ik ga winnen. Ik zie wel en doe mijn best.” Lees op Televizier.nl/koken de lievelingsrecepten van Cecile en Zoë.
