Elke week staat in Een Goede Buurt een gezin centraal dat het niet meer ziet zitten. Leontine Borsato trommelt buurtbewoners op en samen bieden ze een helpende hand.
Wat is er zo bijzonder aan Een Goede Buurt?
„Het is een ontzettend mooi en integer programma voor mensen die het zelf niet meer zien zitten en de buurt om hulp vragen. Het bijzondere is dat de hulp doorgaat, als wij weggaan. De buurt is er nog steeds voor het gezin waar het om draait. Ze voelen zich niet alleen. Het enige wat ze vaak nodig hebben is een luisterend oor. Wat begrip uit de buurt doet ze al heel goed. Er ontstaan zelfs vriendschappen. Bovendien gaat de buurt vaak ook andere buren helpen. Dat is leuk om te zien.”
Geef voor de lezers die het programma nog niet kennen eens een voorbeeld van een gezin dat je hebt geholpen...
„We hebben Hester bijgestaan. Hester is een alleenstaande moeder met vier kinderen uit verschillende huwelijken. De vaders spelen geen rol in het leven van hun kinderen en Hester zat tegen een burn-out aan. De oudste heeft ADHD en een ander kind is autistisch. Hester nam geen tijd voor zichzelf en kwam er niet uit met de opvoeding. Uiteindelijk kwam de hulp van alle kanten. Buurvrouwen ruimden haar huis op, want dat was wel nodig. Wanneer je hoofd vol zit, zie je dat vaak ook in je huis. Een buurvrouw van Hester had ook een kind met ADHD en samen zijn ze naar een cursus geweest.”
Hoe reageren de buurtbewoners als je ze optrommelt?
„De meesten zijn erg nieuwsgierig, want ze weten eerst niet om welk gezin het gaat. Als de buurt uiteindelijk hoort om wie het draait, zijn ze vaak geschokt. Is het echt waar? Heeft er iemand uit onze buurt hulp nodig? Maar zeker als ze weten om welk gezin het gaat, reageren ze erg positief.”
Hoe is het om het gezin uiteindelijk te helpen?
„Ik heb veel respect voor de mensen die hun verhaal vertellen en om hulp vragen. Het geeft me
een bevredigend gevoel om ze te helpen. Dat geldt voor mij, maar zeker ook voor de buurt.”
Woon jij eigenlijk in een goede buurt?
„Ik woon zeker in een goede buurt. Over het algemeen hebben we goed contact met onze buren. Natuurlijk niet met iedereen even veel, maar via de kinderen komen we wel bij elkaar over de vloer.”