Met Robert Gesink (25) hebben we eindelijk weer iemand die hoog in de Tour de France kan eindigen. De Achterhoekse klimgeit staat bekend als een gereserveerde jongen, die weinig over zichzelf loslaat. Wie is hij en wat maakt hem zo goed? Zijn jeugdvriend, zijn trainer en wielerkenner Maarten Ducrot schetsen een beeld van Robert Gesink als wielrenner en als mens.
Robert Gesink is twaalf als hij zich aanmeldt bij wielerclub de Peddelaars in Aalten, een dorp in de Achterhoek. Daar ontmoet hij Frederik Bekkers en al snel blijkt dat beide jongens hard kunnen fietsen. Ze worden vrienden en trekken vrijwel dagelijks samen op. „In het begin was wielrennen vooral een spel, later werd het serieuzer”, blikt Bekkers terug. „Robert kon toen al geweldig klimmen. In de zomer gingen we met de club naar het Schwarzwald en in de bergen was hij niet te houden. Ik was geen misselijke renner, maar als ik hem bergop probeerde te volgen, lag ik al snel knock-out langs de kant.” Tot hun zeventiende gaan de twee gelijk op. Dan krijgt Bekkers de ziekte van Pfeiffer en stopt hij met fietsen. Bij Gesink gaat het vuur juist harder branden. Na de havo en een jaartje hoveniersopleiding stopt hij met school om zich helemaal op wielrennen te richten. „Robert heeft een enorme discipline en wilskracht”, zegt Bekkers. „Hij heeft een gezonde neiging naar gezelligheid en houdt best van een biertje, maar kan zichzelf ook heel goed dingen ontzeggen. Stappen voor een wedstrijd was er bij hem niet bij. Hij wist volgens mij al vroeg wat hij wilde bereiken, en zijn ouders steunden hem daarin.”
Fanatiek baasje
Gesink is achttien als hij bij de opleidingsploeg van de Rabobank belandt. Daar ontmoet hij trainer louis Delahaye, die hem nog altijd begeleidt. „een erg fanatiek baasje”, zegt Delahaye over zijn eerste indruk. „Na enkele wedstrijden werd duidelijk dat hij buitengewoon getalenteerd is. Door enkele mooie prestaties kreeg Robert ook zelf in de gaten dat hij het heel ver kon schoppen, en dat wakkerde zijn fanatisme alleen maar aan. Hij is heel toegewijd en wil elke dag de beste zijn.” Gesinks mentaliteit is volgens NoS-wielercommentator Maarten Ducrot, die als prof zelf vijf keer de Tour heeft gereden, een van zijn grootste pluspunten. „Mijn indruk is dat hij ongelofelijk in balans is, zeker voor zijn leeftijd. De meeste jonge renners vergelijken zich met anderen, laten zich intimideren en worden onzeker. Hij is een vechtjas die in eerste instantie van zichzelf wil winnen en dan pas van anderen. In zijn hoofd is hij onbreekbaar.” Hoewel Gesink als het om sportbeoefening gaat keihard kan zijn, heeft hij volgens louis Delahaye ook een zachte kant. „Privé is hij een lieve jongen die zeker niet alleen op zichzelf is gericht. Je kunt met hem heel goed over andere dingen dan wielrennen praten, zoals muziek, lekker eten en reizen.” ook Frederik Bekkers heeft leuke herinneringen aan de mens Gesink. „Hij is een echte Achterhoeker: een nuchtere kerel die niet van poespas houdt. In het begin kijkt hij de kat uit de boom, maar als je hem leert kennen, is het een ontzettend gave gast met wie je echt kunt lachen.”
Trauma
Zelf noemt Gesink zijn ouders cruciaal bij zijn vorming als renner en mens. „We zijn eerlijk, recht door zee en nemen onze verantwoordelijkheid. We staan ergens voor en we gaan ergens voor”, zei hij over zijn gezin in een interview. De schok is dan ook gigantisch als zijn vader Dick vorig jaar tijdens een mountainbikewedstrijd valt, in coma raakt en twee weken later overlijdt. „of Robert daardoor is veranderd, vind ik moeilijk te zeggen”, aldus louis Delahaye. „Hij was altijd al een volwassen jongen en door dit soort klappen gaat dat sneller. Hij probeert het een plek te geven.” Maarten Ducrot benadrukt dat Gesink de tijd moet krijgen om het overlijden van zijn vader te verwerken. „Zijn vader was heel belangrijk voor hem en het is afwachten of hij de pijn van dat verlies kan dragen. laat hem daarin alsjeblieft zijn eigen weg vinden en laten we hem niet te veel druk opleggen. De lijn naar de top is geen rechte lijn; je krijgt altijd een paar butsen voor je kop. of Gesink ooit de Tour kan winnen, weet ik niet. De enige manier voor hem om dat uit te zoeken, is vol voor de winst gaan. Ik gun het hem dat hij vrijuit mag koersen. Dan is hij op zijn best en kan hij voor een verrassing zorgen.”
Gesink in het kort
Geboren: 31 mei 1986 in Aalten (Gelderland).
Jeugd: Robert groeit op op een boerderij. Hij heeft een twee jaar oudere zus.
Carrière: na een succesvolle periode bij de amateurs belandt Gesink in 2006 bij de Rabobankploeg. Na een jaar in het beloftenteam stapt hij over naar de profs. Daar maakt hij meteen naam als klimmer en ronderenner. Hij reed tot nu toe drie grote rondes uit: in 2008 werd hij zevende in de Vuelta, een jaar later zesde. Vorig jaar haalde hij een knappe zesde plek in de Tour de France.
Privé: Gesink woont met zijn vriendin Daisy afwisselend in Aalten en het Spaanse Girona.