Tijl Beckand presenteert vanavond het Edison Klassiek Gala. Hij is méér dan een lolbroek; Tijl heeft een grote liefde voor klassieke muziek. „Het is een vriend.”
Voor veel mensen zal het een verrassing zijn dat je het Edison Klassiek Gala presenteert...
„Zo gaat het met tv. Als je het goed doet, ben je dertig keer per jaar een uur te zien. Dat is ongeveer een dikke dag. Dat is wat mensen van je mee krijgen, maar je leidt natuurlijk nóg een heel leven. Ik ben programmamaker en ik hou van klassieke muziek.”
Wat heb jij met (klassieke) muziek?
„Muziek ís er: op je werk, op de fiets, het bestaat, het is er. Muziek is een vriend. Het is er op het moment dat het minder met je gaat. Het kan je troosten en liften; je voelt je er beter door. Dit is waar we het allemaal voor doen. Muziek verheft. Literatuur en kunst ook, maar ik heb gekozen voor muziek; daar wil ik wel de ambassadeur voor zijn.”
Wanneer was je eerste kennismaking met klassieke muziek?
„De eerste keer dat ik een compositie van Bach hoorde, was ik negen. Maar pas op mijn vijftiende ging ik echt systematisch klassieke muziek luisteren, zette ik het ook op in mijn kamertje. Ik zat op de Vrije School, dus het was daar iets meer geaccepteerd om als tiener naar klassiek te luisteren.”
Je hebt ook de cd Tijl loves klassiek samengesteeld, die zelfs is genomineerd voor de Edison Klassiek Publieksprijs. Vertel!
„Veel mensen hebben me door de jaren heen gevraagd of ik een lijst voor ze kon maken met klassieke muziek, omdat ze niet zo goed wisten waar ze moesten beginnen. Ik ken duizenden stukken en weet ook wel veel verhalen. Uiteindelijk heb ik er twaalf geselecteerd. Het heeft goed gewerkt; mensen wisten eindelijk waar ze naar zaten te luisteren.”
Je hebt het Gala al één keer eerder gepresenteerd. Ben je toch nog zenuwachtig?
„Nee, dat sterft af, lijkt het wel. Ik ben er immuun voor. Ik heb meer dan 400 keer in het theater gestaan en 200 programma’s gemaakt, dus er is wel een basis. Als er iets misgaat, moet je er gewoon wat van maken.”