Het is over. Nederland heeft geen nieuwe nationale feestdag, er komen geen miljoen mensen naar de hoofdstad en alle stoplichten staan gewoon op rood in plaats van oranje.
Spanje scoorde, met nog twee minuten in de verlenging op de klok, het eerste doelpunt. Oranje-verdediger Johnny Heitinga was toen al met twee gele kaarten van het veld gestuurd. Het bleek genoeg. Nederland hoopte met 10 man op strafschoppen, maar daar wilde Spanje niet aan meewerken.
Toch had Oranje wel kansen.
Arjen Robben dook tot twee keer toe vrij voor doelman Casillas op. Twee keer redde de Real-keeper met verve. Ook Van Persie kwam een keer oog in oog te staan met de goalie, maar stond buitenspel.
Maar dat heeft iedereen natuurlijk met eigen ogen gezien. 8,5 miljoen thuiskijkers trok de finale, en vele cafés stonden vol. Het kijkcijferrecord van de halve finale tegen Uruguay zal ongetwijfeld weer verbroken zijn.
En dan was er nog die octopus.
Voor het eerst voorspelde de inktvis een finale goed. Natuurlijk net in het nadeel van Oranje. Het dier zal van het gros van de Nederlandse supporters zo de frituurpan ingegooid mogen worden.
Maar goed, we gaan er dan maar vanuit dat we het over vier jaar gaan doen. Brazilië is dan het decor van het grootste sportevenement ter wereld. Bepalende spelers in de Nederlandse selectie, zoals Robben, Sneijder, Van der Vaart en Van Persie, zijn dan net de dertig gepasseerd. Dan kun je nog heel goed zijn.
Het duurt nog even voor we daar zijn. Eerst even een paar dagen balen van wat ons is overkomen. Een finale verliezen is het minst leuke voetbalmoment. Wij hebben het allemaal (weer) meegemaakt, dus een dagje van nationale rouw is niet geheel onlogisch.
Daan