De serie Baantjer: Het begin speelt zich af in het Amsterdam van de jaren 80. Maar hoe doe je zoiets, zeker nu onze hoofdstad zoveel drukker en schoner is geworden? Nou de serie werd in Leiden opgenomen. Regisseur Arne Toonen vertelt.
Vaalgroene archiefkasten tegen de wanden, onder het plafond een waas van rook, vervaagd rood linoleum op de vloer. En dan dat vierkante televisietje met gigantische beeldbuis. De set van Baantjer: Het begin brengt je als een tijdmachine terug naar een politiebureau in de jaren 80. Hier worden de scènes in Bureau Warmoesstraat opgenomen. Maar in werkelijkheid zijn we ver verwijderd van de Amsterdamse Wallen, waar het échte politiebureau Warmoesstraat was.
Lees ook:
Slotervaart
De opnames zijn in de kelder van een kantoorpand in Amsterdam Slotervaart. Tot in de kleinste details is het jaren 80-thema hier doorgevoerd. Inclusief een antieke typemachine en een vitrine vol ouderwets uitziende attributen als een politiepet, bowlingkegels en gewonnen bekers. Het ruikt er zelfs muf. Maar dat zal de rook wel zijn, die een machine in de ruimte heeft geblazen – en waardoor het brandalarm steeds afgaat. Destijds paften de agenten natuurlijk sigaret na sigaret op zo’n bureau.
Leiden
Regisseur Arne Toonen gebruikt de jaren 80 als arena voor de serie Baantjer: Het begin. Die gaat over de beginjaren van rechercheur Jurre de Cock, die rond 1980 van Urk naar Amsterdam kwam. “De grootste uitdaging was Amsterdam eruit laten zien als veertig jaar geleden”, vertelt Toonen. “De hoofdstad is tegenwoordig ontzettend aangeharkt en opgeschoond, en bovendien overspoeld door toeristen. Dat maakt het lastig filmen.” Dus reconstrueerde hij de Wallen in Leiden, waar de crew veertig ramen voorzag van tl-lampen en figuranten als prostituees. “De Amsterdamse Wallen zijn tegenwoordig een soort Disneyland voor seks, met op elke hoek een Nutellawinkel. En bovendien konden we niet alle pooiers uitkopen.”
Leiden heeft dezelfde architectuur als Amsterdam, dus was een perfecte locatie. “Daar hoefden we niet driehonderd lichtbakken weg te halen en was de straat al autovrij, dat scheelt ook enorm.” Met een brug die precies lijkt op die op de Oudezijdsvoorburgwal en vijftien afgezaagde Amsterdammertjes die ze er plaatsten, was het net Amsterdam. Er was zelfs iemand die in de film Baantjer het begin – die de eerste twee afleveringen van de serie werd – zijn straat meende te herkennen. Onmogelijk natuurlijk.
Periodecorrect
Een goede locatie vinden is niet de enige uitdaging van een serie schieten in de jaren 80. Ook moeten alle attributen in beeld ‘periodecorrect’ zijn, zoals Toonen dat noemt. “We gebruikten periodecorrecte auto’s, kleding en fietsen. Geen Swapfietsen of moderne bakfietsen, maar oude barrels.” Die spullen haalden ze overal vandaan. Van allerlei verzamelaars en speciale car handlers, mensen die oude auto’s regelen voor films. “We hadden ook een geweldige productiedesigner, Kurt Loyens. Hij kreeg er zelfs een Gouden Kalf voor. Kurt had allemaal speciale adresjes. Ook veel in België. Daar bewaren mensen veel meer oude spullen om de historische waarde dan in Nederland”, zegt de regisseur.
Nepdrollen
“We laten zoveel mogelijk mijn idee zien van het Amsterdam in die tijd. In de periode van de krakersrellen was het er vuig en smerig, alsof alles was bedekt met een frituurlaag. Vaak namen we vuilniszakken mee om de straten vies te maken, zoals colablikjes uit die tijd en papieren zakjes van een friettent. Ook spoten we de straten nat en legden we nepdrollen neer. Alles om het schmutzig te laten lijken.” Er is veel waar de kijker misschien niet bij stilstaat, maar dat wel bijdraagt aan de geloofwaardigheid. “Van het uiterlijk van de sigarettenpakjes en de kranten die worden gelezen, tot het geluid van een sirene of trambel. Die klonken in die tijd ook anders, dus dat moet je allemaal aanpassen. En de acteurs moesten bijvoorbeeld opletten dat ze hun mobiel niet in hun broekzak lieten. Want dat zie je meteen.”
Digitale menigte
Verder probeerde Toonen zoveel mogelijk moderne elementen uit het beeld te laten voordat hij ging opnemen. “Liever dat, dan het er later digitaal uithalen. Iets verwijderen in film is namelijk niet hetzelfde als fotoshoppen. Het zijn 25 beelden per seconde, dus dat duurt heel lang.” Al ontkwam hij niet helemaal aan visuele effecten. “We hebben bijvoorbeeld midden op de Dam gedraaid, voor de scène van de kroning van Beatrix. Maar er was geen geld voor zesduizend figuranten, dus toen hebben we met de computer een digitale menigte gecreëerd.” Ook maakten ze totaalshots van de stad, met aan de horizon moderne gebouwen die er toen natuurlijk nog niet stonden. “Maar die poetsten we digitaal weg.”
Moderne versie
Al wilde Toonen dat het zo waarheidsgetrouw mogelijk was, de serie is niet 100 procent perfect in stijl. “Het blijft wel een moderne versie van Baantjer, die zich toen afspeelt. Dus liet ik de acteurs bijvoorbeeld niet in het af en toe koddige jaren 80-taalgebruik praten. Het moet ook voor een jonger publiek herkenbaar zijn. En we hadden geen eindeloos budget, dus er zullen heus weleens onjuiste dingen in beeld zijn. Maar het belangrijkste is dat het gevoel overkomt.”
Baantjer: Het begin | zondag | RTL 4 | 21.30