Hij speelt de jonge De Cock in Baantjer: het begin, over de jaren 80 in Amsterdam. Daar werd Waldemar Torenstra ook geboren, als kind van hippieouders. ‘Mijn maatschappelijke betrokkenheid kreeg ik van hen.’
De jonge rechercheur Jurre de Cock komt als een naïeve jongen van Urk naar de grote stad. Waldemar Torenstra viel ruim tien kilo af voor deze rol in de serie Baantjer: het begin. “Voor mijn personage van kickbokser in Vechtershart had ik enorm getraind, maar dat brede postuur paste niet bij de wat karige Jurre”, vertelt de acteur in The Movies, de oudste bioscoop van Amsterdam. Het interieur van het zeventiende-eeuwse pand brengt je terug in de tijd. Net als de serie, met de jaren 80 als decor. Een roerige periode in Amsterdam, vol demonstraties en krakersrellen. Waldemar werd er een decennium eerder geboren.
Je noemde jezelf ooit een ‘hippiekind’. Hoe zag je jeugd eruit?
“Mijn vader woonde halverwege de jaren 70 in een pand op de Herengracht, in een commune-achtige leefgemeenschap. Zijn ex-vrouw leefde er ook, samen met mijn broer en zus. Mijn vader had inmiddels een nieuwe vrouw, met wie hij mij kreeg. Hij had toen net de poptempels Paradiso en Fantasio opgezet. Hij was een echte hippie. Zo iemand die mijn zus en broer naar school bracht in een grote open auto met een fluwelen pak aan.”
Hoe paste jij als kind in dat plaatje?
“Ik was een dromerig jongetje. Een beetje mollig, vrolijk, maar ook rustig. Van mijn jeugd heb ik heb eigenlijk geen eenduidig beeld. We verhuisden naar Engeland, toen naar de Betuwe en later terug naar Amsterdam. Ik ben op veel verschillende plekken opgegroeid. In de grote stad, in een boerderij, in een nieuwbouwwijk. Steeds veranderde mijn leefomgeving en moest ik ergens anders wennen. Misschien heb ik wel voor het acteursvak gekozen, omdat ik nooit op één plek ben geaard.”
Wat brengt dit vak je dan?
“Ik weet het niet zo goed, dat is allemaal psychologiseren van mijzelf. Ik denk dat ik me – tegen mijn zin – heb leren aanpassen aan steeds wisselende situaties. Uiteindelijk vond ik het fijn om verschillende dingen te doen en maakte daar mijn werk van. Maar of dat komt door mijn karakter of mijn jeugd, geen idee.”
Welke normen en waarden kreeg je thuis mee?
“Na de hippieperiode gingen mijn ouders de antroposofie in. Daar pikte ik ook denkbeelden van op. Ik ging naar een vrije school en leerde het belang van worden wie je bent. Dat je hoofd, hart én handen belangrijk zijn. We leerden door te denken, te voelen en te doen. Ik ben mijn ouders heel dankbaar voor mijn opvoeding. Want hoewel het door alle verhuizingen geen stabiele omgeving was, voelde ik me thuis veilig. En ze hebben me veel verschillende plekken laten zien. Mijn ouders lieten me ook vrij. Toen ik stopte met mijn studie economie en naar de toneelschool ging – omdat daar wat vrienden gingen studeren – dachten zij vast: wat moet die jongen daar? Maar ze bleven me steunen.”
Ben je dus per ongeluk acteur geworden?
“Ik denk het. Al besefte ik later dat ik op de lagere school het gelukkigst was toen ik in de eerste klas Franciscus mocht spelen in een toneelstukje. Ik had gewoon nooit verwacht dat ik acteur zou worden. Het was niet zo dat ik op mijn zestiende graag in een soap wilde acteren of zo. Ik was meer een sporter en bovendien stotterde ik heel erg. Uiteindelijk ben ik heel blij met mijn keuze. Ik vind het leuk om verhalen te vertellen en dat doe ik als acteur en soms als presentator. In mijn werk en leven zoek ik naar wat intuïtief goed voelt. Waar gaat mijn hart sneller van kloppen? Dat kreeg ik ook mee in mijn opvoeding.”
Geef je dat nu ook door aan jouw kinderen?
“Ik vrees dat je toch je ouders nadoet in je manier van opvoeden. Heel lang denk je: kijk mij eens een uniek individu zijn, helemaal te gek en anders. Maar aan het eind van je twintiger jaren merk je steeds vaker dat je soms net je vader of moeder bent. Natuurlijk doe je aanpassingen én je bepaalt het samen met je partner. Zo komen er twee opvoedingen samen. Dat is soms leuk en soms wat duwen en trekken. De een vindt netjes eten belangrijk, de ander vindt dat het avondeten vooral gezellig moet zijn – of je nu met de voeten op tafel ligt of niet. Dat soort dingen. Maar ik ben heel blij met de aanvullingen van Sophie (Hilbrand, red.). Onze overeenkomsten in opvoedstijl zijn groter dan de verschillen.”
Hoe is jullie rolverdeling in het gezin?
“Best gelijk, volgens mij. Al ben ik wel iemand die graag doet wat hij wil, dus ik ben niet altijd makkelijk om mee samen te leven. Afgelopen jaar deed ik de film en de serie van Baantjer en een toneelvoorstelling. Dan ben ik weinig thuis. Op die momenten komt het zorgen meer bij Sophie terecht. Maar zij volgt gelukkig net zo goed haar hart en doet ook leuke dingen. Een ander jaar is Sophie weer drukker. We overleggen goed en gunnen elkaar veel. En doordat we beiden in het vak zitten, begrijpen we hoe het werkt. Dat niet alles tussen negen en vijf kan.”
Naast je werk zet je je al jaren in voor Stichting Vluchteling. Heb je die maatschappelijke betrokkenheid ook van je ouders meegekregen?
“Maatschappelijke betrokkenheid zit erg in de provobeweging waarbij zij hoorden, dus die ideeën ving ik ook op. Zo leerden ze me over alle grote godsdiensten en de positieve en negatieve kanten van religie. Ik wil mijn eigen kinderen ook graag alle religies laten zien, inclusief het atheïsme. Ik moet alleen nog bedenken hoe. Hebben kerken open dagen? Ik vind het belangrijk dat ze overal mee kennismaken. Maar kinderen moeten wel gewoon kinderen zijn. Dus niet, zoals je nu ziet, dat ze zich al druk maken over het milieu. Ouders horen klimaatmarsen te houden, niet hun kinderen. Waarom moeten die nu al worden belast met de angst dat hun huizen over dertig jaar overstromen?”
Dus jij bent geen vader die het belang van duurzaamheid predikt?
“Toevallig hebben we de duurzaamste woonwijk van Europa gebouwd met een groep vrienden. Mijn kinderen mogen best weten dat we in zo’n duurzaam huis wonen en ze moeten sowieso de kraan dichtdoen als ze geen water gebruiken. Maar ik ga ze niet steeds lastigvallen met milieukwesties. Natuurlijk hoop ik wel dat ze zich uiteindelijk verantwoordelijk voelen voor het voortbestaan van de aarde. Dat vind ik vanzelfsprekend als je erop leeft.”
Baantjer | zondag | RTL 4 | 21.45 uur