In de af en toe knotsgekke politieke satire The Regime speelt hij Herbert Zubak, de gewelddadige rechterhand van een dictator. Zubak begint als de voetveeg van dictator Elena maar krijgt langzaam steeds meer invloed op haar. Toch blijft lang onduidelijk wat zijn agenda is. Schoenaerts is in de serie soms doodeng en andere keren heel grappig.
Wat waren je eerste gedachten toen je het script las?
“Wat is dit voor een gekke, hysterische, absurde, maffe, verontrustende hutspot die onwaarschijnlijk goed geschreven is en waar ik van weet dat ik het zeker ga doen?”
Moest je nog auditie doen?
“Nee, eerst werd het script mij gestuurd om te zien of ik geïnteresseerd was en toen dat het geval was heb ik een zoom-meeting gehad met de regisseur. Daarna was het binnen vijf minuten rond."
Wat sprak je aan in Herbert?
“Het is iemand die heel fragiel en tegelijkertijd heel gevaarlijk is. Iemand die diep in hem een soort humanisme draagt, maar tegelijkertijd op de rand van de psychopathie zit. Iemand die manipulatief is maar ook een mooie idealist. Al die tegenstrijdigheden zijn fijn om te spelen.”
De chemie tussen jou en Kate Winslet spat van het tv-scherm. Heb je meteen door dat zoiets goed zit?
"Ja, je voelt onmiddellijk een generositeit naar elkaar toe. We hebben ook echt heel veel lol getrapt. Het was zo excentriek en absurd, dat we zoiets hadden van ‘let's have fun with this.' I mean, als we hier als spelers geen plezier in kunnen hebben, ja, dan moeten we toch maar iets anders gaan doen, denk ik.”
De recensies van The Regime zijn wisselend. Heel enthousiast aan de ene kant en minder aan de andere. Had je daarop gerekend?
“Als je een politieke serie maakt dan weet je, ‘you're gonna have lovers and you're gonna have people that love it less.' En dat is eigenlijk ook goed, want als je alleen maar unaniem goede recensie krijgt, heb je iets gemaakt dat te pleasend is. Ik vind het een goed teken dat het polariseert.”
Jij bent veruit de meest succesvolle Belg op acteergebied in Hollywood ooit toch?
“Jean-Claude Van Damme is er ook nog!”
Oh ja, natuurlijk.
"I love Jean-Claude Van Damme. Dat is een held uit m’n jeugd. Ik weet nog toen Bloodsport uitkwam, ik meteen naar de cinema rende. 'You can't be bigger dan Jean-Claude'. Ik ben met plezier de nummer twee.”
Ok, de nummer 2 dan. Wat heb je moeten opofferen om zover te komen? Vrienden, familie, een verhuizing?
“Nee hoor, ik woon gewoon nog in Antwerpen. En verder weet ik het ook niet. Ik ben niet zo strategisch, of een carrièrist ofzo. En dat is geen valse bescheidenheid. Maar allicht als je aan iets begint, als je profvoetballer wil worden, dan wil je niet bij Waalwijk spelen, maar bij PSV, Ajax of Feyenoord en liefst nog bij Inter Milan of Barcelona. Maar ik heb daar als acteur nooit geforceerd naartoe gewerkt. Het ging bij mij om de liefde voor het vak en het een leidde naar het andere.”
Maar heel veel mensen willen het maken in Hollywood, waarom lukt het hen dan niet en jou wel?
“Dat heeft veel heeft te maken met de film Rundskop die een Oscarnominatie kreeg. Die film heb ik in België gemaakt met een van mijn beste vrienden en die heeft geleid tot meer. Snap je? Ik ben niet naar Hollywood gegaan om het daar gaan proberen te maken. Rundskop was een passieproject van zes jaar dat ik in België met een van mijn beste vrienden heb gemaakt. En dat heeft daar een deur geopend."
Is het leven van een internationaal filmster leuk?
“Wel als je ervoor zorgt dat je zelf meester van je tijd blijft. Ik heb nu bijvoorbeeld een paar maanden vrij en dan kan ik gaan kitesurfen, dan ga ik leven. Ik wil niet voortdurend opgeslurpt wordt door verplichtingen en dat soort zaken. Ik heb een paar keer meegemaakt dat ik van het ene in het andere project rolde en dat je maar door en doorgaat. Dat is niet gezond voor mij. Maar als het zoals nu is, is het geweldig. Vier, vijf maanden vrij hebben, Hoeveel mensen hebben dat geluk? Daar ben ik me heel bewust van.”
Wat is het volgende wat je gaat doen?
“Kitesurfen op een meer in de woestijn van Marokko. Dat moet fantastisch zijn.”