Tekst: Bram de Graaf
Een bedorven taart, verdeeld in vier stukken. Zo typeert de Amerikaanse consul Tom Franklin (gespeeld door Michael C. Hall, bekend van Dexter) de Duitse hoofdstad Berlijn aan de net aldaar gearriveerde New Yorkse politieagent Max McLaughlin (Taylor Kitsch, True detective). Het is zomer 1946, de Tweede Wereldoorlog in Europa is ruim een jaar voorbij, maar een nieuwe, de Koude Oorlog, dient zich hier al aan. Dit vormt het decor van Shadowplay.
Berlijn is er slecht aan toe
Sinds de Duitse capitulatie is Berlijn onderverdeeld in een Amerikaanse, Britse, Franse en Russische sector. Hun soldaten plus enorme bergen puin domineren het straatbeeld. Geallieerde bombardementen en zware gevechten in de laatste oorlogsweken vernielden meer dan zeshonderdduizend huizen. Van de ruim vier miljoen inwoners van vóór 1939 zijn er amper drie miljoen over.
Het betreft voornamelijk vrouwen, kinderen en oudere mannen; de jongere zijn gesneuveld of bevinden zich in krijgsgevangenschap. Er is een tekort aan voedsel, schoon water, elektriciteit en vooral: veiligheid. Er wordt volop gemoord en tienduizenden vrouwen zijn al verkracht, niet alleen door Russische soldaten.
Amerikaanse agent Max
Het is aan de Amerikaanse agent Max om iets van de orde te herstellen in de Amerikaanse sector. Hij moet een politie-eenheid vormen en heeft daarvoor alleen met tafelpoten bewapende vrouwen tot zijn beschikking, want Duitsers mogen geen vuurwapens dragen. Een onmogelijke taak. Achter de schermen hebben lokale criminelen het recht al in eigen hand genomen en zijn de diverse inlichtingendiensten bezig met infiltraties.
Intussen zoekt Max ook naar zijn in de stad verdwenen oudere broer Moritz, die er op ontsnapte nazi’s jaagt.
“Vertel me iets positiefs”, zegt Max op een gegeven moment tegen politiecommissaris Elsie Garten (Nina Hoss).
“Door de tyfus zijn er geen ratten meer”, antwoordt ze.
Max: “Dat is tenminste iets.”
Shadowplay | Vrijdag | NPO 3 | 21.30 uur