Tijdens het WK voetbal voor vrouwen presenteert sportjournalist Sjoerd van Ramshorst de talkshow Studio France. Het is de eerste keer dat hij een praatprogramma maakt, en hij wil vooral veel plezier uitstralen. En soms een grapje kunnen maken, vertelt aan Televizier.nl.
Sportpresentator Sjoerd van Ramshorst (32) probeerde het ooit als voetballer en als jurist. Maar gebrek aan talent bracht hem uiteindelijk op het pad van de sportjournalistiek. Zo staat het tenminste op zijn website. “Maar dat moet je met een knipoog nemen hoor”, zegt Van Ramshorst, die tijdens het WK vrouwenvoetbal het praatprogramma Studio France presenteert. “Een knipoog in die zin, dat ik ooit wel echt drie jaar rechten heb gestudeerd voordat ik overstapte naar de studie media en cultuur. En ik was als jongen helemaal gek van sport en voetbal. Ik kom uit Arnhem, dus mijn favoriete club was Vitesse.”
Ging je vroeger vaak naar wedstrijden?
“Ik had gelukkig een buurman met wie ik weleens mee mocht. Maar mijn vader volgde het voetbal hoogstens op zondagavond om zeven uur voor de tv. Hij ging nooit naar het stadion. In mijn middelbareschooltijd heb ik wel twee jaar een seizoenkaart gehad. Maar ik kom niet uit een sportminnend gezin. Mijn moeder begreep ook niet dat ik altijd de hele Tour de France wilde zien. ‘Wat hang jij nou de hele dag voor de tv, ga eens naar buiten!’ zei ze dan. Mijn moeder is docent Frans en mijn vader is notaris. Een totaal andere richting dan ik dus.”
Je werkt sinds 2013 fulltime bij NOS Sport. ‘Studio France’ is de eerste talkshow die jij mag presenteren. Op basis van welke kwaliteiten kwamen ze bij jou?
“Poe… Dat vind ik wel gek om van mezelf te zeggen. Het cliché dat voetballers dan gebruiken is: ‘Dat moet je aan de trainer vragen.’ Dat is in dit geval ook een beetje zo. De hoofdredactie kiest hiervoor. Ik kan hier wel een heel positief verhaal houden over wat ik zo goed vind aan mezelf, maar ik moet eerst maar eens bewijzen dat ik een goede keuze ben. Presenteren is een ervaringsvak. Je maakt fouten en leert daarvan. Maar in tegenstelling tot de meeste andere banen doe je dat niet in de luwte. Iedereen kijkt mee met mijn leerproces.”
Vind je dat vervelend?
“In mijn eerste jaar op tv vond ik kritiek soms moeilijk, maar het wende snel. Je moet het allemaal ook niet te serieus nemen. Als mensen brieven schrijven omdat ze iets niet goed vinden, prima. Het maakt mij niet zoveel uit. Ik vind het eerder grappig dan erg. Op Twitter is commentaar leveren natuurlijk helemaal snel gepiept.”
Waarop heb je weleens commentaar gekregen?
“We hadden eens een nieuwsbericht over de Volvo Ocean Race. Op een kaartje zag je van alle deelnemende zeilboten de afgelegde vaarroutes. Iedereen had een rechte stippellijn, behalve de vrouwenboot. Die lag helemaal achteraan en bleek een breed zigzaggende koers te hebben gevaren. Aan het einde van het bericht zei ik iets als: ‘De vrouwen hebben waarschijnlijk de kaart op de kop gehouden’. Een flauw grapje, ik weet het. Maar daar reageren kijkers dan dus op. Ach, in het dagelijks leven maak ik ook grappen. Soms goede, soms slechte. Op tv dus ook. Ik wil het niet twintig keer hoeven afwegen als zo’n opmerking in me opkomt. Soms sla je inderdaad de plank mis, maar als je altijd precies binnen de lijntjes kleurt, wordt het erg saai. Ik vind het belangrijk om op tv mijn spontaniteit te behouden.”
Is dat dan een van die kwaliteiten?
“Misschien wel. Maar wat ik al zei: ik vind het moeilijk daar zelf een oordeel over te geven. Ik probeer als presentator de drempel laag te houden. Sport is geen exacte wetenschap, het is meestal vooral entertainment. Maar ik benader het wel journalistiek, probeer de juiste vragen te stellen en goed onderzoek te doen. We maken doorgaans geen programma over de ernstige dingen in het leven, hoewel er soms best serieuze zaken voorbij kunnen komen, zoals dopingschandalen of persoonlijke drama’s. Maar voor de rest wil ik de mensen gewoon vermaken met sport. En daarbij hoop ik vooral veel plezier uit te stralen.”
NOS Studio France is gedurende het WK vrouwenvoetbal in Frankrijk dagelijks om 20.25 uur te zien bij NPO 3.
Tekst: Ernest Marx