Tijdens de Olympische Spelen is oud-kampioen Mark Tuitert een vertrouwd gezicht als schaatscommentator bij de NOS. Hij weet wat ervoor nodig is om tegenslagen te trotseren en te gaan voor goud.
Op de Olympische Spelen in Peking kan zich op de 1000 meter schaatsen bij de mannen een unieke situatie voordoen. “Nederland heeft grote kans om op die afstand voor het eerst goud én zilver én brons te winnen”, zegt Mark Tuitert, NOS-commentator en oud-olympisch schaatskampioen. De heren die de klus moeten klaren zijn Thomas Krol, Kai Verbij en Hein Otterspeer. Tuitert: “Krol is de grootste kanshebber op goud. Maar er zijn andere grote namen waar we ook rekening mee moeten houden, zoals de Chinees Zhongyan Ning, de Canadees Laurent Dubreuil en op de zeventienjarige Amerikaan Jordan Stolz. Maar de afgelopen twee seizoenen heeft Nederland op de 1000 meter alle internationale wedstrijden gewonnen. Dus dat geeft hoop.”
Maar de Spelen zijn toch altijd een verhaal apart.
“Zeker. Het bizarre is dat er voor deze sporters eens in de vier jaar een wedstrijd op het programma staat die met geen andere te vergelijken is. En dat doet iets met mensen. Daar werken ze allemaal naartoe en iedereen wil dan pieken.”
Je stopte in 2014 zelf als topschaatser. Hoe was het om daarna om te schakelen naar de rol van commentator?
“Dat ging vrij natuurlijk. Ik was mijn hele schaatscarrière gewend om media te woord te staan. Ik heb me toen bovendien altijd beziggehouden met alle facetten van het schaatsen, zowel de technische als de commerciële en de bestuurlijke kant. Ik heb daar ook altijd een duidelijk mening over gehad. Ik vind het leuk dat ik tegenwoordig met de bril van een commentator die kennis kan delen. Ik hoop dat de rest van Nederland daar wat aan heeft.”
Was het als kersverse ex-topsporter lastig om tussen die twee werelden in te zitten?
“Als je eenmaal stopt, donder je snel die schaatswereld uit hoor. Ik had nog een redelijk zachte landing omdat ik nog twee keer op trainingskamp ben geweest met mijn voormalige team. Maar als je niet meer in die wedstrijdcyclus zit, lig je er snel uit. Toen ik net was gestopt vond ik dat een heel lastige fase. Ik was zo gewend aan sporten, fysieke uitdagingen en heldere doelen. Kort daarna had ik eens een sollicitatiegesprek waarbij me werd gevraagd: ‘Waar ben je goed in?’ Hard rondjes schaatsen! Verder moest ik dat nog ontdekken. Het heeft me bijna vier jaar gekost voordat ik een beetje wist: oké, dit is de richting die ik op wil.”
Ondernemerschap
Die richting vond Mark Tuitert onder meer in het ondernemerschap. Hij startte samen met twee compagnons First Energy Gum, een bedrijf in cafeïnekauwgom. Daarnaast is hij veelgevraagd motivatiespreker, hij maakt een eigen podcast en hij bracht vorig jaar zijn eerste boek uit. Mark is een drukbezet man.
“Maar samen eten met mijn vrouw Helen en onze twee kinderen zijn wel steeds belangrijke ijkpunten in mijn week. We ontbijten vrijwel altijd samen. En we dineren nu vaker samen dan ooit, door corona. Voorheen sprak ik bijna honderd keer per jaar voor verschillende groepen en bedrijven maar dat gebeurt nu vooral online. Jammer, want voor publiek staan vind ik het allerleukste. Maar dat ik vaker thuis ben, vind ik ook hartstikke fijn.”
Daardoor had je ook tijd om te schrijven. Jouw eerste boek gaat over het aanleren van een stoïcijnse mindset. Wat is dat?
“Een stoïcijnse mindset is een levensinstelling, gebaseerd op de leer van filosofen zoals Marcus Aurelius en Seneca. Het gaat erom dat je onderscheid kunt maken tussen zaken waarop je geen invloed hebt ‒ zoals een coronacrisis, slecht weer of de mening van anderen ‒ en dingen waar je wel invloed op hebt. Jij kunt namelijk zelf sturen hoe jij reageert op die externe factoren. De stoïcijnse filosofie richt zich op waarden zoals moed, matigheid, wijsheid en rechtvaardigheid. Die kun je hanteren in jouw leven waardoor jij je minder laat leiden door zaken als succes, verlies, frustratie en woede. Als je daar beter over leert nadenken, krijg je meer grip op jezelf.”
Wanneer ben jij je hierin gaan verdiepen?
“Toen het tegenzat in mijn eigen leven. Als schaatser kreeg ik een burn-out waardoor ik tijdens de Olympische Spelen van 2002 thuis uitgeteld op de bank lag. Ik kon niets meer. Ik heb toen wat filosofieboeken gekocht om aan zelfstudie te doen. Ik wilde weten hoe ik het beste met zo’n tegenslag om kon gaan. Ik wilde meer bij mezelf blijven en daar kan praktische filosofie goed bij helpen.”
Omgaan met tegenslagen is ook in jouw podcast een belangrijk thema. Je vertelt daarin over dieptepunten in je eigen leven. Moest jij een drempel over om daar open over te kunnen zijn?
“Absoluut. Ik sprak al vaak voor groepen en ik heb me daarin steeds ietsje meer durven blootgeven. Vroeger heb ik het bijvoorbeeld zwaar gehad met de vechtscheiding van mijn ouders. Toen ik daarover een keer vertelde, kreeg ik uit de zaal veel positieve feedback. Mensen vonden het mooi dat ik me kwetsbaar opstelde en herkenden zich in mijn worstelingen.
Uiteindelijk heb ik ook verteld over de dood van mijn moeder in 2012. Pas sinds zo’n anderhalf jaar durf ik namelijk hardop te vertellen dat mijn moeder is overleden door zelfdoding. Ze was jarenlang depressief en zag geen andere uitweg. Zoiets vertel je niet makkelijk. Ik hield dat voor mezelf omdat ik dacht: dat is van mij. Maar elk mens heeft op zijn eigen manier te maken met persoonlijke worstelingen. Die verbinden ons juist. Tegenslagen horen nu eenmaal bij het leven. Je kunt ermee leren omgaan en daardoor verder groeien.”
Als topsporter draaide alles om zo hard mogelijk rondjes schaatsen. Nu schaak je op meer borden tegelijk. Past dit leven jou beter?
“Dat denk ik wel. Hoewel ik er als schaatser ook altijd veel naast heb gedaan. Want me helemaal afsluiten van de buitenwereld en me volledig op die ene prestatie richten is me te eentonig. Dat vind ik als persoon niet interessant genoeg. Maar ik vond wel het proces mooi om beter te worden op een enkele afstand. Je moet nadenken over wanneer je welke energiesystemen traint en zorgen dat jouw voeding, slaap, materiaal en persoonlijke omstandigheden optimaal zijn. Daaromheen maak je een strategie en die volg je. Dat is eigenlijk hetzelfde wat ik nu als ondernemer doe en heel leuk vind. Je moet snappen welke facetten nodig zijn om iets tot een succes te maken en daar iedere dag mee worstelen. Stapje voor stapje kom je verder.”
Raakt dat ook aan jouw werk als schaatscommentator?
“Ik ken natuurlijk alle facetten die nodig zijn om als schaatser optimaal te presteren. Iedereen heeft andere zwaktes en sterktes. Iedereen heeft zijn eigen lessen te leren. Ik vind het fascinerend om me als commentator in al die schaatsers met hun verschillende persoonlijkheden en achtergrond te verdiepen. Daar probeer ik dan voor de televisiekijker chocolade van te maken.”
De Olympische Spelen gaan op 4 februari van start. Hier vind je alles wat je moet weten