Derk Bolt is al 25 jaar verbonden aan Spoorloos. In de eerste aflevering van het nieuwe seizoen helpt hij de Braziliaanse Bianca haar vader te vinden.
Hoe vaak ben je in 25 jaar Spoorloos met lege handen thuisgekomen?
„Dat is maar twee keer gebeurd. Ik ben dan echt chagrijnig, want je wilt de mensen niet teleurstellen, die hun hoop hebben gevestigd op die zoektocht. Het lijkt wel vaker niet te gaan lukken, want meestal gebeurt er de eerste dagen niks. Maar dan ineens kom je iemand tegen die zegt: in dat gele huisje verderop zat zo’n organisatie. Loop je erheen, zit er een oud vrouwtje dat nog ergens een foto vandaan pakt. Dan denk ik elke keer weer: wow!”
Je reist niet naar de veiligste landen en steden. Wanneer wordt het voor jou spannend?
„Wanneer ik geen controle heb over de situatie. Bijvoorbeeld toen we in Ghana gearresteerd werden en de geheime dienst met ons in geblindeerde auto’s het oerwoud in reed. Of chauffeurs die ’s nachts in slaap vallen… We gingen eens ergens heen met een bus en twee dagen later stortte diezelfde bus in een ravijn: 44 doden. Ja, als presentator loop je wel risico.”
En de sloppenwijken in Zuid-Amerika: kun je daar veilig lopen?
„Dat beslis je vaak op gevoel. Je vraagt aan een politie-agent hoe het daar is of je vraagt aan een bewoner wie de baas is. Meestal zijn dat niet al te betrouwbaar ogende jongelui, maar als je zijn goedkeuring vraagt, is het vaak ook goed. Een keer had ik het niet in de gaten en liep ik per ongeluk zo’n wijk in. Kreeg ik ook meteen een pistool tegen mijn hoofd en moest ik de camera inleveren. Pech. De volgende dag een camera gehuurd en weer door.”
Neem je geen voorzorgsmaatregelen als je op reis gaat?
„Ik neem altijd een bidprentje mee van San Ramon, beschermheilige van reizigers. Ik kocht het dertig jaar geleden tijdens mijn eerste reis naar Venezuela, op aandringen van een kennis die daar woonde. Ik geloofde er helemaal niks van, maar als het nu niet in mijn portemonnee zit, maak ik me toch zorgen.”
Denk je na 25 jaar Spoorloos weleens aan stoppen?
„Er komt een moment dat ik word vervangen, maar ik hoop dat dit nog héél lang duurt, want ik ben een beetje aan dit werk verslaafd geraakt. Ik wil steeds op pad, een zoektocht doen. Ik zou ook dolgraag in Barcelona willen wonen. Maar mijn ouders leven nog en die wil ik zeker twee keer per maand zien. Mijn kinderen wonen ook hier. Die kan ik laten overkomen, maar dan wordt het wel een heel grote bende in mijn agenda.”