In ‘Bellicher: cel’, de nieuwe serie over Michael Bellicher (Daan Schuurmans) wordt zijn identiteit gestolen. Anniek Pheifer (35) speelt zijn advocate. Televizier.nl sprak met de actrice.
Kun je iets vertellen over je rol?
„Ik speel Guusje Donnee, een advocate die wordt toegewezen aan Michael Bellicher. In het begin kunnen we het niet met elkaar vinden, maar zoals dat gaat, komen ze toch nader tot elkaar en raken ze zelfs een beetje verknocht aan elkaar. Zij wil bij hem in de buurt blijven en hij heeft iemand nodig die hem helpt naar zijn identiteit te zoeken.”
Mocht je nog spannende actiescènes doen?
„De heftigste actiescène die ik moest doen, was rennen op hoge hakken.”
Vond je het een leuke serie om aan mee te werken?
„Zeker, het was ook heel leuk om weer eens met Daan te werken. Dat gebeurde meer dan 10 jaar geleden voor het laatst in Costa!.”
Bellicher: Cel heeft in een verkorte versie in de bioscoop gedraaid. Is er veel verschil met deze serie?
„Ja, zeker. De serie is veel uitgebreider dan de film en de personages zijn meer uitgewerkt. Dus ook degenen die de film al hebben gezien, moeten kijken.”
In de Verenigde Staten wordt een remake gemaakt. Is er een kansje dat jij daarin een rol gaat spelen?
„Daar hebben we niet veel mee te maken, maar het is ontzettend leuk voor de schrijver en de makers. Ik denk niet dat ze in Amerika op mij zitten te wachten, maar als ik gevraagd zou worden, zeg ik zeker geen nee. Het lijkt me geweldig om in het buitenland te werken. ”
Jij doet veel meer theater dan film. Is dat een bewuste keuze?
„Mijn hart gaat uit naar het toneel. Ik zit bij het Nationale Toneel in Den Haag en daar speel ik 2 à 3 voorstellingen per jaar. Dan hou je niet veel tijd over voor film en tv. Maar ik ga in maart wel een rol spelen in de serie De prooi, naar het boek van Willem Smit over alles wat er misging bij ABN Amro. Ik speel de persoonlijk assistent van Rijkman Groenink.”
Jij was verliezend finalist van het programma Wie is de Mol? in 2009. Weet je wie dit jaar de Mol is?
„Ik kijk helemaal niet, omdat ik elke avond in het theater sta. Ik weet dus helemaal niets.”