Art Rooijakkers mag voor de tweede keer ‘Wie is de Mol?’ presenteren. Een klus die iedere presentator in Hilversum wel zou willen klaren.
Voelt De Mol al vertrouwd, nu je het voor de tweede keer presenteert?
„Ja, maar ik ben nog steeds heel trots dat ik dit mag doen. Wie is de Mol? wordt met zo veel liefde en ambacht gemaakt door iedereen die eraan werkt. En dan ziet het er ook nog eens uit als een spectaculaire en gelikte Hollywood-productie. Dit dertiende seizoen is er trouwens eentje om in te lijsten. Dat wordt op zeker een Televizier-Ring dit jaar.”
Jullie hebben weer een interessant deelnemersveld op de been gekregen. Is dat lastig?
„Daar is de redactie heel lang mee bezig. Het voelt alsof we de bondscoach zijn en het ideale team voor het WK voetbal moeten samenstellen. Kan die spits wel met die middenvelder op de kamer en kan die verdediger samenwerken met die eigenwijze keeper? Het luistert nauw. Maar het is weer een heel leuke groep geworden. Meteen in de eerste aflevering speelden ze het spel al. De keer dat ik zelf meedeed, waren we allemaal nogal overrompeld door wat ons overkwam. Maar daar was hier geen sprake van. Er werden meteen allerlei verbonden gevormd. Heel bijzonder.”
Wie bepaalt er eigenlijk wie de Mol wordt?
„Dat ontstaat vanzelf. De kandidaten mogen solliciteren op de functie van de Mol. Ze moeten vertellen waarom zij geschikt zijn voor die rol. Maar lang niet iedereen wil dat natuurlijk.”
Ben jij tijdens de opnames veel samen met de kandidaten?
„Nee, ik heb m’n eigen groep: de makers, de cameramannen en de mensen van de redactie. De kandidaten zien mij nooit, we leven in twee gescheiden werelden. Zij moeten zich juist richten op elkaar, niet op de presentator. Maar dat wil niet zeggen dat ik me niet kan inleven in hun situatie. Ik ben tenslotte zelf kandidaat geweest, dus ik weet precies hoe verwarrend en spannend alles voor ze is.”
De beelden van Zuid-Afrika die we in de eerste uitzending zagen, waren prachtig. Was het in het echt ook een genoegen daar?
„Ik was vrij verheugd toen ik hoorde dat Zuid-Afrika de bestemming was voor dit seizoen. Ik heb er tien jaar geleden een tijdje gewoond, dus ik ken het land een beetje. En Zuid-Afrika heeft zo veel gezichten, van de armoede in de townships tot de wilde dieren en het adembenemende landschap in de nationale parken. Een perfecte plek voor de Mol.”