De laatste Nederlandse inzending die het Eurovisie Songfestival won was Teach-In met Ding-a-dong in 1975. Televizier.nl sprak met zangeres Getty Kaspers.
Zou u het leuk vinden als er een nieuwe Nederlandse winnaar komt, of vindt u het juist wel leuk om de laatste te zijn?
„Ik wacht al jaren tot er een opvolger komt. Hallo, het is veertig jaar geleden, het wordt zo langzamerhand weleens tijd.”
Wordt u nog vaak herinnerd aan het Songfestival?
„Ze zijn Teach-In na al die jaren nog niet vergeten, al is het wel minder gegaan met de jaren. Ieder jaar als het tegen het Songfestival loopt, sta ik ineens weer in de Telegraaf of de Privé. Maar de journalisten willen altijd meer van mijn privéleven weten dan van iets anders. Niet dat ik dat erg vind, maar ik maak ook graag plaats voor een ander."
Hoe gaat Nederland het dit jaar doen?
"Ik vind het moeilijk om een oordeel te vellen over het nummer van Ilse en Waylon. Maar ik vind het wel dapper dat ze met zo’n klein liedje gaan. Nu maar hopen dat ie opvalt. Pikt de jury het op? Anouk is vorig jaar volgens mij ook doorgegaan dankzij de vakjury, die luistert naar kwaliteit. Het is zo’n anti-songfestival lied. Ik heb ook de docu gezien over Ilse en Waylon: geweldig! Zij zijn dag en nacht met muziek bezig, rasmuzikanten. Wij kregen met Ding-a-dong een kant en klaar liedje. Dat hebben we een beetje naar onze smaak gemaakt."
Het zou best leuk zijn wanneer The Common Linnets u opvolgen, want Ilse komt natuurlijk uit dezelfde contreien als u
„En de ouders van Waylon komen ook uit Enschede. Ik heb Waylon en Ilse een keer ontmoet na een concert in Carre, toen was nog helemaal niet duidelijk dat ze naar het songfestival zouden gaan. Ilse vroeg aan Waylon of hij wist wie ik was. Hij had geen idee. Maar hij vond het geweldig toen ie hoorde dat ik van Ding-a-dong was.”
Dacht u destijds dat u ging winnen?
„We wilden winnen en we waren er ook heilig van overtuigd dat we zouden winnen. Je moet niet al tevreden zijn als je bij de eerste tien komt. Wij waren trouwens de eerste act van de avond. Je zou denken dat dat een nadeel was, maar dat vonden wij helemaal niet. Dit was een te gek nummer om de avond mee in te knallen.”
Vindt u Ding-a-dong nog steeds leuk?
„Het is een vrolijk liedje, echt in de geest van die tijd, Abba enzo. Ook qua kleding leek het er op.”
Was het Songfestival toen net zo’n circus als nu?
„Je had in ieder geval veel minder deelnemers dan nu. Het was bij ons een stukkie relaxter.”
Heeft u er mooie herinneringen aan overgehouden?
„Hoe langer het duurt voor er een nieuwe Nederlandse winnaar is, hoe meer je beseft hoe bijzonder het was dat wij hebben gewonnen.”
Bent u er rijk van geworden?
„Nee, we moesten al het geld door 6 man en een manager delen. En ik heb er een jaar daarna de brui aan gegeven, omdat ik helemaal op was. We hadden veel getourd in het buitenland en ik vroeg om twee maanden rust. Dat wilden ze niet, dus toen ben ik gestopt. Heel jammer. Ze boden me wel peppilletjes aan om toch door te kunnen gaan, maar daar had ik geen zin in.”
Zingt u Ding-a-dong nog wel eens?
„Ik zing helemaal niet meer. Een paar jaar geleden ben ik nog wel met Teach-in naar Moskou en Sint Petersburg geweest en daar hebben we gezongen voor 20.000 mensen. Buiten dat heb ik het wel een beetje gehad. Ik ben er ook een tijd uitgeweest omdat mijn man ALS (een spierziekte) had en ik hem zes jaar heb verzorgd. En nu heb ik geen zin meer om me door bobo’s te laten vertellen wat ik moet doen en hoe ik eruit moet zien.”
Maar u zingt het toch nog wel eens onder de douche?
„Af en toe, maar altijd in het Engels, want de Nederlandse versie is zo raar, die is bijna niet te zingen. Probeer het maar eens. Ik denk dat de schrijver een aardige borrel op had toen hij schreef: ’Tikke tak gingen uren, hoelang zou 't duren? Tikke tikke tak en dan bim bam bom.’’’