De reizen die Erica Terpstra maakt voor Erica Op Reis zijn inspirerend en vooral enthousiasmerend. En dat komt ook door de presentatrice zelf. Hoe komt Erica zo reislustig?
Het was even de vraag of Erica Terpstra wel al haar tochten kon maken voor Erica op reis: deze zomer werd de 71-jarige presentatrice enkele dagen in het ziekenhuis opgenomen wegens hartritmestoornissen en een hoge bloeddruk. „Dat heb ik al heel lang, maar ik had geen klachten en daarom heb ik het een beetje verwaarloosd. Ik moest in de APK-keuring, maar nu kan ik er weer tegenaan.”
Erica Op Reis
En dat heeft Erica gedaan. Voor de nieuwe reeks bezocht ze onder meer Cuba (te zien in de vorige aflevering), Sri Lanka, Kalimantan, Barotseland (een klein koninkrijk in Afrika), Marokko en Panama.
Hoe kiezen jullie de landen uit?
„We maken een longlist en dan kijken we waar we onverwachte dingen zouden kunnen meemaken. Mijn idee is: als je een ander volk en een andere cultuur wilt leren kennen, moet je erin duiken. Maar dan ook écht. Ik heb weleens van een Berber een rauw geitenoog gekregen, dat is een heel gastvrij cadeau. Dus toen ik dat kreeg aangeboden, heb ik het ook opgegeten. Nee, niet kokhalzend. En in Marokko heb ik dit seizoen ook schapenkop gegeten, dat gerecht noemen ze ook wel vrijgezellenpotjes. Mannen die naar Marrakech trekken om te werken, zijn vaak de hele week van huis, en ze kunnen zelf niet koken. Op de markt kopen ze dan een vrijgezellenpotje: eten in een schapenkop. Dat zetten ze op het vuur bij de hammam. Tegen de tijd dat ze zijn schoon geschrobd, is het eten ook klaar. Slim, hè? En het was echt lekker. Wij eten natuurlijk ook rare dingen, zoals rauwe haring. En de Fransen eten slakken. Dus wat is het verschil? Ik moet wel zeggen dat ik er moeite mee zou hebben gehad als ik in Japan hond zou moeten eten. Die zijn toch wel erg aaibaar… Verder heb ik weinig grenzen.”
U bent ook wel bijzonder ‘open minded’ en oprecht geïnteresseerd. Waar komt dat vandaan?
„Buitengewoon, ja. Dat zat er al heel vroeg in. Ik ervaarde die interesse voor het eerst in 1960, bij de Olympische Spelen in Rome. Het was een tijd dat je nauwelijks naar het buitenland reisde - en wij al helemaal niet, want we hadden het thuis niet breed. Ik ging daar als amateur heen en vond het allemaal prachtig. In het olympisch dorp ben je onderdeel van alle kleuren van de regenboog. Je hoort er allemaal talen die je niet kunt verstaan en toch voel je dat iedereen hetzelfde is. Iedereen had ervoor geknokt om daar te kunnen zijn, iedereen had zich het leplazarus getraind. Toen ik daar was voelde ik me zó’n wereldburger dat ik dat nog een keer wilde. Dat is de enige reden waarom ik door ben gegaan voor de Olympische Spelen van 1964 in Tokio. Vanaf dat moment is het nooit meer weggegaan en ik voel het nog steeds op mijn reizen. Ik vind het ’t mooiste als je elkaar niet kunt verstaan en toch lol met elkaar kunt hebben. Op de een of andere manier sta ik daar kennelijk voor open.”
Door al uw reizen bent u vast steeds positiever in het leven komen te staan. In Erica op reis is ook goed te zien dat mensen uit verschillende landen best goed met elkaar kunnen omgaan.
„Dat is zeker zo. We gingen in Sri Lanka naar een markt, waar een marktkoopman me van alles liet zien en proeven, waaronder een blauwe banaan. Ik nam hem aan, pelde hem, en er kwam gewoon een witte banaan uit. Dus ik zeg spontaan: zie je wel, als je de verpakking eraf haalt zijn we allemaal hetzelfde. Volgens mij vinden mensen het fijn dat ik met respect naar andere culturen kijk. Ik krijg ook heel veel reacties van de kijkers. Bijvoorbeeld een briefje van een mevrouw waarin ze schreef dat ze altijd zo’n hekel had aan markten in het buitenland. Nu ze er met ‘mijn’ ogen naar kijkt, vindt ze markten net zo leuk als ik. Yes, denk ik dan, het is gelukt!”
Gaat u eigenlijk nog weleens ‘gewoon’ op vakantie?
„Ik heb als kind enkele jaren in Indonesië gewoond. Toen mijn moeder zeventig werd, kreeg ze van ons een reis aangeboden en ben ik met mijn twee zonen mee geweest. Vorig jaar werd ik zelf zeventig en heb ik hetzelfde met mijn zonen en kleinkinderen gedaan. Dat was zo ontzettend leuk. Het was de eerste keer dat mijn kleindochters iets begrepen van de onverwachte dingen die op zo’n reis kunnen gebeuren. En die reis maakte de cirkel rond.”