Ze gaat haar achtste jaar in bij Lingo en Lucille Werner (44) vindt het presenteren van het Tros-spelletje nog net zo leuk als op de allereerste dag in 2005.
Hoe bevalt het nieuwe decor, dat begin dit jaar werd geïntroduceerd?
„Hartstikke goed! De intimiteit is er weer en we krijgen veel leuke reacties. Voor de kandidaten is het nu meer schakelen met de lengtes van de woorden. Het is daardoor uitdagender geworden, leuker om naar te kijken. Ook na 23 jaar Lingo blijven we kritisch naar onszelf kijken en sleutelen aan het programma. Gouden bal eruit, kleurenballen in de finale en de terugkeer van het kraken in de eerste ronde, bijvoorbeeld.”
Staan er meer nieuwe dingen op stapel?
„Al deze veranderingen waren voorlopig wel even genoeg. Voor ons, maar vooral voor de kijker. Lingo is een heel dankbaar programma met een vast publiek dat zich laat horen via e-mails, brieven en ansichtkaarten. Misschien is een tweede scherm ooit wat, maar dat is echt nog toekomstmuziek.”
Wat vind je zelf het leukste Lingo-onderdeel?
„Toch de finale; daar werk je telkens weer naartoe. Ik hoop steeds dat de kandidaten zo veel mogelijk woorden raden. Door de verschillende kleuren ballen, kan het ook alle kanten op. Ik kijk daar iedere keer weer naar uit.”
Heb je eigenlijk veel geleerd van je jaren bij Lingo?
„Vooral ad rem en snel zijn. Lingo is iets meer dan twintig minuten in beeld en we nemen één aflevering op in veertig minuten. Dat betekent tempo maken en doorgaan. Ik denk dat je vooral creatief en vindingrijk moet zijn. Gelukkig zit dat wel in me.”
En hoe houd je het leuk?
„Het is elke keer weer een feestje om de Lingo-dagen in te gaan. We nemen in drie of vier dagen elke dag zeven afleveringen achter elkaar op. Ik ken het team en het programma goed. Natuurlijk heb ik weleens een ‘inkakker’, maar ik krijg zo veel energie van alle joelende mensen en de kandidaten. Voorop staat dat we een gezellig half uurtje voor de kijker maken. Ik verzorg het gebakje bij de koffie in de huiskamer.”
Wil je weleens iets voorzeggen?
„Soms ligt het woord op het puntje van mijn tong. Voorzeggen kan natuurlijk niet, maar je wilt ook een beetje onderlinge strijd en niet een stand van 500 tegen 10. Ik probeer de kandidaten die achterstaan, dan te enthousiasmeren, maar geef ook wel eens stiekem hints. Dat merk je als kijker ook. Het moet wel een béétje spannend zijn.”