Violist André Rieu reist de hele wereld over, maar in juli is hij steevast te vinden in zijn thuisstad Maastricht, voor concerten op het Vrijthof. Televizier sprak met de vioolvirtuoos.
Hoe kijkt u terug op het concert?
„Het is altijd een heel bijzondere belevenis, omdat het in mijn eigen stad is en omdat het al elf jaar vaste prik is in juli. Bovendien hadden we geluk met het weer, het was tropisch warm. Ik vind het Vrijthof-concert zelfs elk jaar leuker worden, omdat er steeds meer mensen van over de hele wereld naartoe komen. Deze editie hadden we bezoekers uit tachtig landen. Daarom spreek ik het publiek tegenwoordig in het Engels toe. Wat ook bijzonder is: aan het plein liggen tientallen cafés en bistro’s en iedereen is tijdens het concert doodstil. Dat geeft een aparte sfeer.”
U geeft zo’n honderd concerten per jaar over de hele wereld. Hoe houdt u het leuk voor uzelf?
„Door ervoor te zorgen dat elk optreden goed is. Als je op de bühne staat, kun je niet op de automatische piloot spelen. Daarvoor is het te inspannend. Ik ben nog steeds zenuwachtig voor een show, omdat je jezelf elke avond opnieuw moet bewijzen. Die spanning heb je ook nodig, anders wordt het saai.”
Zijn er landen geweest die lastig waren om te veroveren?
„Ik heb altijd beweerd dat mijn muziek en de manier waarop ik die speel overal functioneert. Tot nu toe heb ik gelijk, want ze vinden het overal prachtig. Muziek is een internationale taal. Op het moment dat je met je hart speelt, brengt dat universele gevoelens teweeg. Wel is het zo dat mensen verschillend reageren. Zo zijn Mexicanen heel enthousiast, en Aziaten weer gereserveerder. Maar tijdens de toegift gaan ze allemaal uit hun dak.”
Hoe viert u Kerst?
„Tijdens de feestdagen ben ik altijd thuis; gezellig met onze zoons, schoondochters en kleinkinderen. Wij hebben de traditie dat de kinderen dan voor ons koken. Toen onze jongens 5 en 7 waren, hebben
we ze een kinderkookboek gegeven. Kregen we tomatensoep. Nou ja, water met een tomaat erin. Hun kookkunsten zijn inmiddels flink verbeterd. Welke muziek er dan op staat? Mijn eigen kerstplaten natuurlijk. En Arcangelo Corelli, een Italiaanse violist die prachtige kerstmuziek heeft gemaakt.”
Hebt u nog voornemens voor 2016?
„Aan voornemens doe ik niet. Ik hoop gezond te blijven en mooie muziek te mogen maken. Verder hoop ik dat de concerten succesvol en zonder ongelukken verlopen. Je brengt dat hele circus overal naartoe en dan ben ik altijd weer blij als we heelhuids thuis zijn. Sinds de aanslagen in Parijs ben ik sowieso meer op mijn qui-vive. Daarom hoop ik vooral dat ik met mijn muziek de wereld een beetje gelukkiger kan maken.”