In Geld maakt gelukkig mag het studiopubliek 10.000 euro weggeven aan drie mensen die in financiële nood verkeren. Sandra Schuurhof (42) presenteert het dagelijkse programma bij SBS 6.
Krijgt de kandidaat met het zieligste verhaal het meeste geld?
‘’Nee. Het zijn ook niet allemaal zielige verhalen in Geld Maakt Gelukkig. Het zijn heel diverse verhalen van mensen die om verschillende redenen het geld hard nodig hebben. Zo zit er een jongen in die in Brazilië is geboren en als baby werd geadopteerd. Hij heeft zijn familie nog nooit ontmoet, en hij gaat er binnenkort naartoe. Ze zijn armer dan arm, hij wil wat geld meenemen om hun golfplaten hutje op te knappen. Een heel ander verhaal is dat van een scoutingclub die voor 45.000 euro is opgelicht door de penningmeester. Ze hebben geld nodig, omdat ze anders failliet gaan.”
Zitten er veel verhalen tussen die in deze tijden van crisis voor iedereen herkenbaar zijn?
‘’Veel situaties die in het programma voorbijkomen, zijn zeker herkenbaar. Mensen die een bepaalde lening hebben afgesloten en nu diep in de schulden zitten of die de zorgverzekering niet meer kunnen betalen. Het huis dat moet worden verkocht omdat de relatie is gestrand, hypotheken die onder water staan.”
In hoeverre zijn die mensen slachtoffer van de omstandigheden of van de instanties?
‘’Zorgverzekeraars en financiële instellingen hebben vaak veel te gemakkelijk grote leningen verstrekt. Ik vind het schokkend om te zien hoe die instanties te werk gaan. Dat ze soms weigeren uit te keren, terwijl mensen recht hebben op het geld, of dat ze hen constant van het kastje naar de muur sturen.”
Is het voor mensen een grote stap om op televisie te vertellen dat ze geldproblemen hebben?
‘’Ik vind het heel moedig. Het is voor sommigen de eerste keer dat ze erover praten. Daardoor komt hun omgeving het nu ook te weten. De schaamte om toe te geven dat ze geldproblemen hadden, was te groot. Terwijl er een last van ze afvalt als ze het eindelijk doen. Bovendien zegt hun omgeving vaak: ‘Jeetje, had iets gezegd, ik had je kunnen helpen!’ Het is gênant om te vertellen dat je naar de Voedselbank moet, maar het leidt wel tot hulp. En uiteindelijk is dat veel belangrijker.”
Kun je je voorstellen dat je zelf in zo’n situatie terechtkomt?
‘’Het is makkelijk om te zeggen: ‘dat overkomt mij niet’, maarik ben daar niet zo zeker van. De mensen in ons programma hebben tegenslag na tegenslag gehad. Natuurlijk moet je je hoofd koel houden, maar niet alles is nu eenmaal maakbaar.”