In het nieuwe SBS 6-programma Geld Maakt Gelukkig deelt het publiek 10.000 euro uit aan drie mensen in acute geldnood. Sandra Schuurhof presenteert.
Drie kandidaten vertellen waarom ze geld nodig hebben. Degene met het zieligste verhaal krijgt dus het meeste geld?
Sandra: „In de studio zitten honderd mensen die aan het einde van het programma ieder € 100 mogen geven aan de kandidaat die ze het het meeste gunnen. De een heeft € 1200 nodig, de ander € 3000. Het zijn echt niet allemaal zielige verhalen. Mensen hebben om verschillende redenen hard geld nodig. Er is een jongen die als baby werd geadopteerd uit Brazilië. Hij heeft zijn familie nog nooit ontmoet, maar hij gaat er binnenkort naar toe. Ze zijn armer dan arm, dus hij wil wat geld meenemen om hun golfplaten hutje op te knappen.
Heel anders dus dan het verhaal van een scoutingclub die voor € 45.000 is opgelicht door de penningmeester. Ze hebben geld nodig omdat ze anders failliet gaan. Of het verhaal van een echtpaar met een zwaar gehandicapte dochter. Ze kunnen haar niet meer naar boven tillen, en dus kan ze niet douchen. Ze willen graag een lift plaatsen, maar de gemeente wil dat niet betalen. Ze hebben zelf al € 11.000 bij elkaar en hebben nog maar een klein beetje nodig. Het is dus ook niet altijd zo dat degene met het hoogste bedrag het meest geholpen is.”
Prem Radhakishun en financieel expert Eef van Opdorp werken ook mee aan Geld maakt gelukkig. Wat is hun rol?
„Ik presenteer het, en Prem en Eef maken de situatie inzichtelijk. Wat is er precies aan de hand en hoe heeft het zo ver kunnen komen? Zij geven ook advies: waarom ga je niet dit of dat doen? Veel situaties zijn herkenbaar. Mensen die een bepaalde lening hebben afgesloten en nu in de schulden zitten, of die de zorgverzekering niet meer kunnen betalen. Het huis dat gedwongen verkocht moet worden omdat de relatie is gestrand, hypotheken die onder water staan.
Prem was sociaal advocaat. Hij heeft veel te maken gehad met mensen die in dit soort problemen verzeild zijn geraakt. Hij heeft ze bijgestaan in hun strijd tegen de zorgverzekeraars en financiële instellingen die veel te makkelijk grote leningen hebben verstrekt. Ik vind het schokkend om te zien hoe die instanties te werk gaan. Dat ze soms weigeren te betalen waar mensen recht op hebben, of dat mensen letterlijk van het kastje naar de muur worden gestuurd. Je wordt als ‘simpele burger’ echt gepiepeld hoor. Maar o wee als je twee maanden je zorgverzekering niet betaalt... moet je eens kijken wat er dan gebeurt. Die boetes zijn absurd hoog en die mensen raken in een vicieuze cirkel.”
Wat is het idee achter de website die aan het programma is verbonden?
„Dat we ook mensen thuis de kans geven om te helpen. Het moet een soort platform worden waarop je geld of diensten kunt aanbieden. In ons promotiefilmpje was bijvoorbeeld een vrouw te zien die dringend tandheel-kundige hulp nodig had, maar die niet kreeg omdat ze nog rekeningen moest betalen. Een tandarts zag dat en bood aan haar te helpen. Ik verwacht dus zeker dat dit nog iets oplevert.”
Kun je je voorstellen dat je zelf in zo’n situatie terecht zou komen?
„Het is makkelijk om te zeggen: “Dat overkomt mij niet.” Maar ik durf daar niet zo zeker van te zijn. De deelnemers aan ons programma hebben natuurlijk tegenslag na tegenslag gehad. Het begint vaak met het kwijtraken van je baan. Dat geeft stress. Dan gaat de relatie uit, het huis moet worden verkocht… Natuurlijk moet je je hoofd koel houden, maar niet alles is nu eenmaal maakbaar.”
Zelf heb je eens een bod van Playboy afgewezen. Je doet dus niet alles voor geld?
„Nee zeker niet! Geld is natuurlijk belangrijk, maar je zelfrespect ook. En het staat haaks op mijn werk als verslaggever. Maar ik zou wel elk baantje aannemen. Ik zou nooit te beroerd zijn om te gaan schoonmaken of weer in de horeca te gaan werken. Ik vind wel dat
je je verantwoordelijkheid moet nemen om geld te verdienen.”
Het is voor de deelnemers vast een hele stap om hulp te vragen. En dan ook nog met een camera erbij.
„Ik vind het heel moedig. Het is voor sommigen de eerste keer dat ze erover praten, waardoor hun omgeving het nu ook te weten komt. De schaamte was te groot. Terwijl er een last van ze afvalt als ze het eindelijk doen. Bovendien zegt hun omgeving vaak: ‘Jeetje, had iets gezegd, ik had je kunnen helpen!’ Het is aan de ene kant gênant om te vertellen dat je naar de voedselbank moet, aan de andere kant leidt het wel tot hulp. Niet alleen van het programma, maar ook van de omgeving. En uiteindelijk is dat veel belangrijker.”