Het was voor Frieda Mulisch afzien in de jungle van Suriname. De scenarioschrijfster vertelt over haar deelname aan Atlas.
‘’De dochters van mijn zus zijn half Surinaams. Ik heb Surinaamse vrienden. Mijn moeder is vaak naar Suriname geweest, omdat haar goede vriendin de schrijfster Ellen Ombre daar woont, en ze vond het fantastisch. De affiniteit met het land was er absoluut, maar toch ging ik niet. Misschien ook omdat ik niet zo avontuurlijk ben: een reis naar Italië of New York was makkelijker geboekt. Dus toen mij werd gevraagd mee te doen, heb ik geen seconde geaarzeld. Al wist ik niets van het spel, de deelnemers of van camera’s. Mijn kennis van Suriname was alleen gebaseerd op verhalen over Paramaribo.
De Surinamers die ik ken, en ik geloof ook de Atlas-kandidaten van Surinaamse komaf, zijn nooit in de binnenlanden geweest. En wat ben ik verliefd geworden, echt totaal gevallen voor het natuurschoon. We kwamen op de meest fantastische plekken, waar niemand ooit komt. En in tegenstelling tot de stoere rappers die meegingen bleek ik niet bang voor de insecten en andere dieren die er leven. De spellen vond ik leuk en spannend. Ook als ik totaal afging, zoals bij het bouwen van een vlot of toen ik met een teil vol afwas op het hoofd moest lopen wat voor geen meter ging.
Tegen de camera zei ik vooral aardige dingen over de anderen – terwijl ik achteraf van hen hoorde welke erge dingen ze soms over mij zeiden. Daarover schiet ik nu nog in de lach, maar het maakt me wel nieuwsgieriger naar de uitzendingen. In het begin werd ik een beetje als de kneus gezien, als oudste meisje. Maar ik bleek sterker dan ik dacht. Ik roeide hard, ik fietste hard. Ik was dan wel de oudste op één na, ik heb genoten en Atlas heeft de tofste reis van mijn leven in mijn schoot geworpen.’’
Het was voor Atlas-Deelnemer Bob de Jong even wennen in de jungle van Suriname.