Bob de Jong komt al jaren op de koudste plekken van de wereld. Het was voor de schaatser even wennen toen hij voor Atlas in de hete jungle van Suriname belandde.
‘’Ik wist ongeveer waar Suriname lag en dat veel Nederlanders er vandaan komen, maar als vakantiebestemming is het nooit bij me opgekomen. Nu ben ik blij dat ik het land heb leren kennen. Die ochtend dat ik wakker werd in mijn hangmatje met uitzicht op het Brokopondomeer en de opkomende zon recht in mijn gezicht… toen wilde ik effe niet weg. En de mensen zijn supervriendelijk. Ik begrijp nu beter waarom je Surinamers in Nederland vaak buiten in een groep ziet zitten relaxen. Ze zijn daar altijd buiten. Nederlanders kruipen binnen bij elkaar op de bank en dat valt dan niet op. Maar het komt op hetzelfde neer. Dat heb ik van mijn reis opgestoken.
Dat ik sportief ben, bleek een voordeel. Bij een van de eerste etappes vond ik niet eens dat ik hard liep, maar toen ik na een tijdje achterom keek, had ik echt zoiets van: loop nou eens door! Toen besefte ik pas dat ik een enorme basisconditie heb. Het leukste vond ik de samenwerking, dat je samen iemands zwakke punten kunt verminderen en zo het team verder helpt. Het vervelendst vond ik dan ook die keer dat ik geen deel was van het spel en ik me een beetje nutteloos aanwezig voelde. Toen dacht ik even: wat doe ik hier.”
Atlas-deelneemster Frieda Mulisch voelde zich al snel thuis in Suriname.