Voor Wij Zitten Vast bezocht Sophie Hilbrand jongeren die vastzitten in een justitiële inrichting. En ze kwam er niet blij vandaan.
Wat heb je precies gedaan?
„Ik ben zes maanden lang een paar dagen per week in een justitiële jeugdinrichting (een jeugdgevangenis) geweest en daar heb ik portretten van jongeren gemaakt. Ik wilde eens hun verhalen horen, en laten zien hoe er wordt gewerkt aan hun terugkeer in de maatschappij. Je hoort wel veel over jeugdcriminaliteit, maar ziet die jongeren zo weinig. Wat kun je nog met hen? Helpt detentie? Ik ging er open in en kwam er met dubbele gevoelens weer uit. Ik zag gedragsproblemen en weinig compassie met de slachtoffers. En soms vond ik ze zielig. Het schiet alle kanten op.”
Je klinkt wat gedesillusioneerd.
„Dit programma roept in elk geval vragen op. Wat moeten we met deze jongeren? Deze jongens zitten vast voor overvallen, steekpartijen en moord. Je móet ze vastzetten, maar ze komen ook weer terug in de maatschappij. De problematiek is heel groot en ik probeer dat zo goed mogelijk te laten zien.”
Zijn het aardige jongens?
„Ja hoor, geestig ook. Dat hoor je ook weleens over topcriminelen. Maar er waren ook jongens bij die ons bedreigden en zeiden dat we moesten oprotten. De jongeren die meewerkten zijn wel openhartig. Zo’n jongen vertelt dan dat hij naar de supermarkt ging om een pakje sigaretten te halen, maar dan wel onder bedreiging van een mes. En dan heb ik het over een joch van 14!”
Kon je soms ook begrip voor ze opbrengen?
„Begrip vind ik een gevaarlijk woord. Ze komen vaak uit slechte buurten, hebben geen geld en regelen dat dan maar met geweld. Dat kun je niet goed praten. Maar als je nooit wordt gecorrigeerd, is het een glijdende schaal. Soms corrigeerde ik hen dan maar. Bijvoorbeeld als ze een grote bek tegen de leiding hadden. Ze kunnen in de inrichting overigens klachten indienen tegen de leiding. Al die jongens hebben een pro-deoadvocaat die door de overheid wordt betaald. Als hen iets niet bevalt, zeggen ze: ‘Ik bel m’n advocaat’. Dan denk je wel: jeetjemina.”
Heb je zelf weleens in de cel gezeten?
„Ik ben weleens opgepakt voor diefstal. En dat vond ik niet zo relaxed dat ik dacht: kom, laat ik dat nog eens doen.”