Wars van het lawaaierige meningencircus zocht hij liever het hart van zijn gasten. En nóg. Ivo Niehe, muzikant, producent, schrijver en programmamaker kijkt terug op veertig jaar televisie, en blikt vooruit.
Graag zou hij ze één keer bij elkaar brengen: de beroemdste, meest inspirerende en flamboyantste mensen die hij in bijna veertig jaar Tv show ontmoette. Een greep: Peter Ustinov, Oprah Winfrey, Prince, Mia Farrow, Henry Kissinger, Roald Dahl. Onhaalbaar natuurlijk, want velen van hen zijn niet meer onder ons. Daarom een boek, De Afterparty, waarin hij de groten der aarde nog eenmaal kan eren en de lezers een kijkje gunt achter de schermen.
“Eigenlijk,” bekent hij, “heb ik er nooit bewust van genoten. Ik ging steeds maar door – het belangrijkste was altijd het resultaat. Pas toen ik dit boek schreef besefte ik wat een voorrecht het was om bij deze mensen thuis te mogen komen, bij hen mijn licht te mogen opsteken. Dat heeft ook echt te maken met onze redactie en de productie die zich onvermoeibaar inzetten. Niet gering, want in de beginjaren was er geen internet. Je moest brieven schrijven, eindeloos bellen, kleine attenties sturen. Natuurlijk, we hadden mooie ervaringen, maar we waren wel altijd aan het werk. Het werd mij nogal ’s verweten, dat ik niet kritisch was. Maar moet ik dan bij Barbra Streisand thuis zeggen dat ik een nummer op haar nieuwe lp wat minder vond? Daar ging het mij niet om. Het portretteren was altijd mijn uitgangspunt.”
Je werd wel een gentleman-interviewer genoemd.
“Sommige collega’s zeiden dat ik te welopgevoed was voor dit vak, te weinig rafelrandjes had. De wilde kant van mij is op tv nooit aan bod gekomen. Daar had ik een veilige methode ontwikkeld: nette heer, nette programma’s. Pas in het theater kan ik me ook van de baldadige kant laten zien.”
Vind je dan nu wel weer voldoening in ‘Ivo op zondag’?
“Ik had gezegd dat ik uit die kijkcijferrace wilde, denkend dat daarmee het hele televisieleven zou zijn afgelopen. Vooral de laatste jaren had ik mijn gasten ook gekozen om hun kijkcijferpotentie en niet meer – zoals in het begin – omdat ik ze zelf graag wilde hebben. In de tijd van twee netten kon ik mensen benaderen van wie het grote publiek misschien nooit had gehoord. Denk aan Yehudi Menuhin, Rudolf Noerejev. Later kwamen er meer gasten die contractueel verplicht waren om publiciteit te genereren voor hun plaat, film, noem maar op. Nu heeft iedereen daarvoor eigen kanalen. En het thuiskomen bij sterren is vanwege privacy en veiligheid zeer uitzonderlijk geworden. Die magie is verdwenen.
Maar toen kwam het idee van Ivo op Zondag. Het is totaal anders, maar het biedt nieuwe kansen. We hebben een prachtig portret gemaakt van Typhoon, een ster die aan de rand van zelfmoord stond en alle religies onderzocht en overal dezelfde God tegenkwam, naar hij zei. ‘Dus ik moet waarschijnlijk mijn perceptie van God bijstellen.’ Zo is ook dit programma weer een wonder. Rustige televisie, die meer kijkers trekt dan we hadden verwacht.”
Heimwee naar vroeger?
“Totaal niet. Ik sta maar op één manier in het leven: in dankbaarheid dat ik fysiek en psychisch nog zo goed kan doorgaan. De laatste jaren heb ik veel meer over mezelf ontdekt. Het is een merkwaardig fenomeen, dat ik altijd bang was dat het niet goed genoeg was wat ik deed. Dat zie ik overal in terug. Toen we De Tv Show nog live in de studio maakten, lag ik ’s nachts wakker en probeerde te bedenken wat we konden doen mocht de uitzending mislukken. Altijd die behoefte om me in te dekken. Onverklaarbaar, want ik ben nooit onder druk gezet. Ik kom uit een fijn nest, het ging prima op school, en ik toch maar vrezen dat ik het niet zou redden. Tegelijkertijd was dat een fantastische drijfveer. Daardoor heb ik het zo lang volgehouden, denk ik. Die onzekerheid wordt gelukkig minder en met het zondagochtendprogramma heb ik er geen last van. Dat is een feestje.”
Heb je van je gasten levenslessen geleerd?
“Ik begrijp nog steeds niets van het leven. Met ouder worden kun je de vragen over het bestaan steeds beter formuleren, maar de antwoorden krijg je nooit. Je blijft zitten met het eeuwigdurende raadsel: waarom is dit? Ik maakte een podcastserie over het derde leven, hoe ga je om met de laatste twintig, dertig jaar van je bestaan. Een reclamemaker zei: ‘Mijn hele leven ben ik bezig geweest om in het midden van de cirkel terecht te komen en ongemerkt werd ik naar de zijkant geduwd.’ Persoonlijk kan ik me een leven zonder werk niet voorstellen. Televisie is meer dan zeepbellen blazen: je geeft kijkers inspiratie door. Ik had een bejaarde tante en toen ik haar vroeg: ‘Hoe houd je je zo lang staande?’ antwoordde ze: ‘Alles interesseert me.’ En ik denk aan die ruim honderdjarige dame in Amstelveen die resoluut zei: ‘Ik heb besloten er nog een paar jaar aan vast te plakken.’ Je moet geïnteresseerd blijven en piketpaaltjes naar de toekomst slaan. Dat is het geheim.”
Jij geeft je gasten altijd extra glans. Ben je een bewonderaar?
“Absoluut. Ik begrijp niet hoe sommige mensen zoveel kunnen presteren. Daar acht ik mezelf een heel klein mannetje naast. Als ik kijk naar Jaap van Zweden, het gemak waarmee hij werkt en hoeveel hij doet. Als ik denk aan Sir Peter Ustinov, zo’n indrukwekkende, erudiete man met een enorm gevoel voor humor. Bij Audrey Hepburn was ik een en al verbazing. Zij trok me haar leven binnen. Het was de enige keer dat zij een filmploeg bij haar thuis toeliet. Geen filmposter te zien, geen prijzenkast of foto’s met beroemde collega’s, helemaal niets. Alleen: ‘Ik heb wat hapjes voorbereid. Heb je daar zin in?’ Zo lief. Het aangrijpendst vond ik astronaut en wetenschapper Wubbo Ockels, die erop stond om vanaf zijn sterfbed ons zijn boodschap mee te geven: ‘Wij, de mensheid, zijn zo sterk dat we de aarde kunnen redden. Maar we kunnen haar ook vernietigen. Elke bijdrage, hoe klein ook, is belangrijk en helpt.’”
En toch noem je de inzamelingsactie in Ahoy, samen met Mies Bouwman, voor het Cancer Center Amsterdam min of meer je levenswerk.
“Af en toe maak je de balans op om te kijken of je werk ook iets heeft bijgedragen aan de samenleving. Je zoekt toch naar een antwoord op de vraag of het allemaal zin gehad heeft. En dit is een zichtbaar resultaat: je rijdt erlangs en daar staat het. Yves Montand zei: ‘Altijd blijven dromen met je ogen open.’ Dat doe ik. Ik ben een mazzelaar geweest en kreeg altijd vertrouwen. Mijn idee om een productie te maken geïnspireerd op een Spanjaard met down die een universitaire graad haalde, groeide dankzij de juiste mensen om me heen uit tot een musical. De hoofdrol werd gespeeld door twee jongens met down. Op de avond van de première miste ik er eentje, Nando, en ik vond hem uiteindelijk in een hoekje van het theater waar hij hartverscheurend zat te huilen. Toen sprak hij de legendarische woorden: ‘Te veel geluk’. Dat ontroert me tot op de dag van vandaag.”
Ivo op Zondag is elke zondagochtend om 11:10 uur te zien bij AVROTROS op NPO1.