Jeanine Splinter is de vrouwelijke huisarts in Dit is Mijn Lijf. Ze ziet mensen met uiteenlopende klachten waarvoor ze zich schamen en waarmee ze niet naar de huisarts durven.
Hoe bent u bij het programma terechtgekomen?
,,Ik zag een vacature op een website. Ze vroegen een huisarts voor een medisch televisieprogramma. Het leek me altijd al leuk om voor de tv te werken, dus dit was een uitgelezen kans voor me. Naast het programma werk ik natuurlijk ook nog als huisarts in mijn praktijk.”
Wat is de kracht van Dit Is Mijn Lijf?
,,De kracht van Dit Is Mijn Lijf is, denk ik, de herkenbaarheid. Heel veel mensen zien het programma en herkennen dingen die zijzelf ook hebben en waarvoor zij zich ook schamen. Er is ook een Britse versie van het programma, maar ik denk dat Nederlanders liever naar de Nederlandse versie kijken. Simpelweg omdat ze zich beter kunnen identificeren met hun eigen landgenoten.”
Waarom zouden mensen die zich ergens voor schamen en niet naar de huisarts willen, wel met dit programma meedoen?
,,Deze vraag krijg ik elke dag. Het fascineert blijkbaar heel veel mensen. Het kan heel veel redenen hebben waarom iemand niet naar de huisarts gaat, maar wel op televisie wil. Een van de redenen kan zijn dat iemand al zo lang ergens mee loopt, dat hij al over zijn schaamte heen is. Een andere reden die ik vaak hoor, is dat ze andere mensen over hun schaamte heen willen helpen. De uitwerking daarvan zie ik al in mijn eigen praktijk. Een patiënt kwam bij me met een huidaandoening die ze in het programma had gezien. Nu ze wist wat het was, durfde ze ermee naar de huisarts."
Wordt u al herkend op straat?
,,Ja. Ik werd laatst nog aangesproken door een vrouw op straat. Ze zei dat ze nu door mij wist waar die rode bultjes bij de bikinilijn vandaan kwamen. Dat zijn de leuke momenten. Ik word ook herkend door de patiënten in mijn eigen praktijk. Ze zijn trots op mij als arts.”
Zou u het andere huisartsen aanraden om met Dit Is Mijn Lijf mee te doen?
,,Ja, maar je moet wel sterk in je schoenen staan. Waar normaal gesproken een gesprek met een patiënt tussen vier muren blijft, vertel je het nu voor 1 miljoen mensen. Je moet dus oppassen met wat je zegt, want er kijken heel veel mensen mee. Ik probeer het zo naturel mogelijk te doen en zo dicht mogelijk bij mezelf te blijven. Maar normaal gesproken, in mijn eigen praktijk, zou ik denk ik wat losser zijn.”