In ‘Divorce’ wonen drie totaal verschillende, gescheiden mannen samen in een huis. Jeroen Spitzenberger speelt een notoire vreemdganger.
Divorce is niet alleen maar drama; er kan ook best vaak gelachen worden om de vele ruzies die nu eenmaal bij een echtscheiding horen. Is dat de kracht van de serie?
„Oh ja, de herkenbaarheid is zeker één van de ingrediënten. Maar daarnaast kun je je ook verkneukelen om de situaties waarin de drie hoofdrolspelers terechtkomen. Waar ik zelf heel blij mee ben, is dat het
realistisch is. Niet grotesk of absurd. Divorce draait om echte mensen en echte situaties. Daar horen verdrietige, pijnlijke, ontroerende en onhandige situaties bij, maar van daaruit ontstaan er grappen.”
Wat is het ontroerende aan jouw karakter Boudewijn?
„Enerzijds is het een schuinsmarcheerder die zichzelf niet in bedwang kan houden, maar anderzijds heb je als kijker ook weer met hem te doen omdat hij uiteindelijk toch weer heel graag terug wil naar zijn vrouw Sophie (Chantal Janzen). Zijn gezin ziet hij als zijn basis, maar hij is gewoon niet te vertrouwen en daardoor heeft hij het verknald.”
In wat voor echtscheiding komt hij terecht?
„Het is geen vechtscheiding, maar hij krijgt een scheiding te verwerken waarbij het initiatief op een heel waardige en resolute wijze bij zijn vrouw ligt. In hun relatie is de vriendschap bewaard gebleven, maar ze kunnen niet meer als geliefden in één huis wonen.”
Hoe bereid jij je voor op het spelen van zo’n man met twee gezichten?
„Toen ik het script las, was ik vooral heel blij dat het geen platte vreemdganger is met de welbekende praatjes en bravoure. Boudewijn heeft vele kanten. Zo komt hij er ook achter dat hij jaloerser is aangelegd dan hijzelf had verondersteld. Waar ik het vandaan haal, laat zich niet makkelijk raden. Aan de ene kant is het mijn werk, maar aan de andere kant hoor ik ook genoeg verhalen van vrienden, familie en collega’s over dit onderwerp. Vaak zijn dat pijnlijke verhalen. Eén ding valt me altijd op: naast de vrijheid die er met een scheiding wordt gewonnen, is ook het verlies bijna altijd heel groot.”
