In gesprek met Beau van Erven Dorens blikte Kees van der Spek in de eerste Casa di Beau terug op zijn jeugd. Hij bracht een periode met zijn ouders in Suriname door waar hij tot tweemaal toe getuige was van een duivelsuitdrijving die diepe indruk op hem maakte.
Lees ook:
Exorcisme
Van der Spek was een jaar of 12 toen hij in de Evangelische Broedergemeente van Paramaribo tijdens een dienst ineens te maken kreeg met een exorcisme. Tijdens het eindgebed begon een vrouw opeens te krijsen en over te geven: "En die wordt naar voren getrokken en die stort zich ter aarde. En die dominee die ging echt schreeuwen: 'Duivel, ga eruit, ga eruit.'"
Angst
Deze ervaring was bijzonder beangstigend voor de misdaadverslaggever. Hij vreesde dat de duivel ook bezit van hem kon nemen en dat leidde in zijn tienerjaren tot een depressieve periode: "Toen ik in de militaire dienst zat, dus na mijn middelbare school. Toen stond ik in een keer in de bar en daar speelden ze video's. Een soort horrorfilm ook met een exorcist. Ik keek daarnaar en toen voelde ik het weer terugkomen. En daar heb ik vijf jaar last van gehad. Gewoon angstaanvallen. Paniek."
Tunnels
Van der Spek zocht geen hulp voor zijn angsten uit vrees dat een psychiater zijn vermoedens zou bevestigen en hij 'echt gek' zou worden verklaard. De paniekaanvallen waren zo heftig dat hij niet eens meer door tunnels durfde uit angst flauw te vallen van ellende en zichzelf dood te rijden. Zijn oplossing? Zichzelf dwingen tien keer door die tunnel te rijden tot hij zich bevrijd voelde van die vrees. Het maakte hem naar eigen zeggen een gelukkiger mens.