'Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen', zullen we nooit meer horen uit de mond van Mart Smeets. Mart vond het maar niks dat cabaretiers hem belachelijk maakten.
Het is de uitspraak die Mart Smeets het meest typeerde, maar als het aan de presentator ligt, horen we hem nooit meer uit zijn mond. In een interview met de Volkskrant vertelt hij waarom. „Toen ik doorkreeg dat nota bene derderangs VARA-cabaretiers er goede sier mee maakten, dacht ik: nou, dat moest ik maar niet meer doen. Ik heb het jaren geleden al begraven, maar ik moet me nog steeds weleens inhouden.”
Nico Dijkshoorn
Waarschijnlijk doelt Mart met de woorden 'derderangs VARA-cabaretiers' op DWDD-huisdichter Nico Dijkshoorn die 'Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen', gebruikte terwijl Mart zelf te gast was bij De Wereld Draait Door. Dat leverde een interessante situatie op die Mart niet kon waarderen.
Smeets-bashers
Volgens de voormalig Studio Sport-voorman gebruikte hij het gewraakte zinnetje toch al veel minder dan de meeste mensen vermoeden. „Maar de wereld van spottende lieden en Smeets-bashers heeft het veel groter gemaakt. Ik leg er iets terughoudends in. Mag ik zo brutaal zijn? Of zo dom? Of eerlijk?”
Noorse truien
In hetzelfde interview zet Mart Smeets meteen nog een misverstand recht. Die Noorse truien die hij altijd droeg bij schaatswedstrijden? Die droeg hij helemaal niet zo vaak. „Ik heb ze tijdens precies een Olympische Spelen gedragen, in 2006 in Turijn en daarna nog een keer in de Tour de France toen het 's avonds ergens in de Alpen nogal koud was. Maar dat was vooral een knipoog naar de rest van de wereld; een gemene, doordachte knipoog."