Van zoervleisj tot kroketten. In de nieuwe serie De Streken van Van Boven onderzoekt Yvette van Boven de Nederlandse eetcultuur. Zelf groeide ze niet met op de typisch Hollandse pot.
Gewoon even hondje Hughie uitlaten voor de deur van haar huis in Amsterdam, en dan zo’n stomme misstap maken. Yvette van Boven brak haar been, een gecompliceerde breuk ook nog. Dus zit ze in het gips. “Het is totaal geen heroïsch verhaal, maar een dom ongeluk. Ontzettend onhandig nu ik promotie doe voor De Streken van Van Boven. Maar goed, ik kweek door die krukken in mijn huis vol trappen wel mooi sterke armspieren,” lacht ze.
Wat hebben de vroegere Limburgse mijnwerkers en hun paarden te maken met zuurvlees (zoervleisj)? En waar komt eigenlijk die oer-Hollandse boterham met kaas vandaan? In de derde serie van De Streken van Van Boven gaat Yvette van Boven op zoek naar de oorsprong én de toekomst van Nederlandse gerechten en eetgewoonten.
Met welke gerechten ben jij grootgebracht?
“Ik ben een kind van Limburgse ouders die zelf een beetje een ouderwetse, bourgondische opvoeding hebben gehad. Dat gaven ze door aan mijn zus en mij. Eten was belangrijk. Ook al was het een mandarijntje toe, we aten altijd drie gangen. Mijn moeder hield niet van lomp eten, stamppotten en aardappels aten wij zelden. Ze kookte liever uit de Italiaanse keuken, de jaren 70-versie. Spaghetti en lasagne, dat soort dingen.”
Kreeg jij je liefde voor koken en lekker eten van je moeder mee?
“Dat denk ik wel. Ik kan me eigenlijk niet anders herinneren dan dat ik op een krukje in de keuken stond om te zien wat mijn moeder maakte. Ze kookte altijd voor ons en maakte alles zelf. Omdat ze dat graag deed, maar ook omdat ze gewoon m’n moeder was en goed voor ons wilde zorgen. Ze liet mij van alles doen. Niet alleen met koken, ook met tuinieren en het naaien van kleding. Ik werd op schoot gezet en leerde hoe je een naaimachine bedient. Als je weet hoe het werkt, kun je er ook geen fouten in maken en jezelf redden, vond mijn moeder. Van alles vond ik koken het leukste. Ik heb het heel lang als een soort bijbaantje gedaan. Bijvoorbeeld bij een ontbijt- en lunchgelegenheid die ook veel catering deed.”
Waarom maakte je er niet meteen je werk van?
“Mijn ouders vonden dat ik meer kon. Ze motiveerden ons om de kunstacademie en dat soort dingen te gaan doen. Mijn moeder had daar heel graag naartoe gewild, maar in haar tijd mocht dat niet. Ik vond het toen af en toe wel balen, omdat ik gewoon naar de koksschool wilde. Ik ben daar niet bitter over, het is helemaal goed gekomen. De kunstacademie en opleiding voor interieurarchitectuur hebben me ook veel gebracht. Voor mijn kookboeken doe ik bijvoorbeeld al mijn eigen artwork. Ik heb dingen graag zelf in de hand, dus dat komt goed uit.”
Zit er in de nieuwe ‘De streken van Van Boven’ een haakje naar je eigen eetervaringen van vroeger?
“Ja! Mijn moeder maakte eigenlijk nooit een avg’tje. Dat vond ze onelegant eten. Juist omdat ik er niet mee ben opgegroeid, wilde ik een aflevering maken over de Hollandse pot. Dat heb ik samen met mijn moeder gedaan. Het gaat onder meer over het Wannée kookboek, dat bij heel veel Nederlanders nog in de kast staat. Mijn moeder heeft eruit leren koken en ik maakte er ook wel eens dingetjes uit. We hebben het ook over huishoudscholen en de invloed van die scholen op de keuken van nu.”
En?
“Op de huishoudschool leerden meisjes – ja, alleen meisjes, dat is dan wel weer jammer – heel economisch koken. Eigenlijk is het helemaal niet zo gek dat je die basis meekrijgt. Ik vind dat je koken als vak best nog op school zou kunnen geven. Van die kleine handigheidjes als een uitje snijden en hoe je dingen bewaart. Dat kinderen weten hoe een tomaat eruitziet en het niet alleen kennen in de vorm van ketchup.
Deze serie gaat dus niet zoals de vorige twee over Nederlandse streken, maar meer over kook- en eetgewoontes.
“Ja, er waren een aantal dingen die ik graag wilde uitzoeken. Mijn ouders emigreerden op hun 21e naar Ierland, waar mijn zus en ik zijn geboren. Op mijn tiende gingen we terug naar Nederland, waar ik het staartje van de lagere school deed. Na de middelbare school verhuisde ik naar België. Ik ben daardoor anders naar de Nederlandse keuken gaan kijken, soms een beetje met afstand.”
Wat is typisch Nederlandse eetcultuur?
“De snackbar. In geen enkel land kun je die zo vinden, met een vitrine vol bevroren gepaneerde blokjes, met nasischijven, bamiblokken, kroketten, noem maar op. Hoe is dat zo ontstaan? Dat wilde ik weten. Het leverde een ontzettend leuk verhaal op over lunchrooms die in het begin van de twintigste eeuw ontstonden. Bakkers en slagers openden hun eigen lunchroom, wat uitgroeide tot een cafetaria en uiteindelijk een snackbar. Wist je dat er bakkers- en slagerskroketten zijn? De bakkers gingen aan de slag met restanten van brood als paneermeel en slagers met draadjesvlees van restanten van vlees. Er zit een groot verschil tussen die kroketten. Ik hou ervan om me te verbazen over de achtergronden van Hollandse gerechten.”
En hoe zit behalve de herkomst van gerechten de toekomst in het programma?
“Bij de snackbar hebben we gekeken of er nog wel toekomst in zit en hoe die er dan uitziet. Ik ontwikkel een toekomstbestendige snack, die moest natuurlijk duurzaam en vegan zijn. Het werd een veganistische kaassoufflé. Omdat ik er een heleboel moest maken om de snackcar van Van Boven vol te krijgen – want ja, het beeld wil ook wat – zit mijn vriezer nu nog vol met die dingen. Ze zijn trouwens ontzettend lekker. Ik heb ook vegan sauzen gemaakt. Ik was verbaasd over hoe goed je sojamelk, azijn en mosterd kunt opkloppen tot mayonaise.”
Ook in deze serie kook je en deel je recepten. Wat typeert jouw manier van koken?
“Ik ben niet van de restaurantachtige recepten, maar probeer het zo simpel mogelijk te houden. Ik wil graag dat mensen plezier hebben in koken. Als iemand het niet van huis uit heeft meegekregen, vind ik het leuk om het wat spannender te maken. Een kleine draai geven aan iets dat je kent. Zoals een pesto met amandelen en bieslook, in plaats van basilicum en pijnboompitten. Door kleine dingetjes te veranderen, leer je hoe koken in elkaar zit en wat ingrediënten of kleine handelingen doen in een gerecht. Ik ben geen vrouw met een missie die mensen wil leren koken, maar ik hoop toch wel dat ze er meer lol in krijgen. Koken is namelijk gewoon ontzettend leuk en je moet het toch élke dag doen.”
De Streken van Van Boven is vanaf dinsdag 23 mei wekelijks om 20:25 uur te zien bij AVROTROS op NPO2.