Freek Vonk won in 2015 de Gouden Stuiver voor zijn programma Freeks wilde wereld. En daar is de bioloog/presentator nog steeds vol van. ‘Het was geweldig!’
Met welk gevoel zat jij destijds in de zaal?
“Ik vond het onwijs spannend. Omdat ik er voor de tweede keer zat – het jaar ervoor was Freeks wilde wereld ook al genomineerd – dacht ik wel: dit keer zou het weleens kunnen lukken. Als dat dan inderdaad het geval is, geeft dat zo’n ontlading. Het was geweldig die Stuiver te winnen.”
Had je van tevoren een speech voorbereid?
“Ja, ik had er wel over nagedacht wat ik wilde zeggen. Je kunt moeilijk met een mond vol tanden voor die microfoon staan, al overkomt mij dat zelden, haha. Ik heb er bewust voor gekozen om als eerste het team – mijn vaste cameraman en regisseur Ivo en geluidsman Bassie – te bedanken. Ik werk al vanaf het begin met hen samen, dus ik gunde hun deze prijs ook heel erg. Vooral Ivo verdient veel credits, want die heeft de zwaarste baan. Hij loopt de hele tijd met die zware camera op zijn schouder, moet zich in lastige situaties manoeuvreren om het beste shot te krijgen. En dieren kun je niet regisseren, hè. Maar hij kan dat als de beste. Hij is zonder twijfel de beste wildlife-cameraman van Nederland.’
Wat betekent de prijs voor je?
“Ik vind het een eer; Freeks wilde wereld zie ik als mijn belangrijkste programma. Als je dan zo’n waardering krijgt van het publiek, is dat ontzettend gaaf. Dat doet mij wel wat. Ik zie het ook als een waardering voor het harde werken. Niet dat je mij hoort klagen, want ik heb een geweldige baan. We maken dit programma met ontzettend veel plezier en zijn heel blij dat we wereld over mogen reizen om op bijzondere plekken bijzondere dieren te laten zien. Maar het is ook zwaar; we steken echt ons hart en ziel in dat programma.”
Er zijn steeds meer natuurprogramma’s op tv. Heb jij de natuur op de kaart gezet?
“Dat geloof ik niet. inderen zijn van nature geïnteresseerd in dieren en de natuur. Kijk maar naar een kind dat in de tuin speelt. Die is gefascineerd door alles wat kruipt, vliegt en beweegt.”
Je bent razend populair bij kinderen. Kun je eigenlijk nog wel rustig over straat?
“Kinderen komen altijd op me af als ze me zien. De meest gestelde vraag die ik dan krijg: hoe vaak en door welke beesten ik allemaal ben gebeten. Meestal willen ze dan ook mijn littekens zien. Overigens word ik ook vaak door volwassenen aangesproken. Die willen een foto voor hun kinderen, neefjes of kleinkinderen. Dat vind ik alleen maar leuk. Ik werk daar graag aan mee, omdat ik het heel goed snap. Bovendien ben ik zo vaak in het buitenland, daar valt niemand me lastig. Nou, hooguit de mieren en spinnen die in mijn tent kruipen.”