In 1998 won het praatprogramma Villa Felderhof de Gouden Televizier-Ring. In 2010 keek presentator Rik Felderhof terug op die bewogen avond.
Zag u aankomen dat u de Ring zou gaan winnen?
"Nee, ik was zelfs hoogst verbaasd. Ik had die avond namelijk al de prijs voor meest opvallende presentator gewonnen en was ervan overtuigd dat het daarbij zou blijven. Ik zat dus heel ontspannen te glunderen toen we wonnen. M’n toespraak had ik de eerste keer al gebruikt dus ik moest improviseren, maar op de een of andere manier werkte dat veel beter. Ik stond er als een koning.”
Was het een belangrijke avond voor u?
"Zeker. Het is de belangrijkste televisieprijs van Nederland. Ik weet nog dat de Ring werd uitgereikt in Hilversum en staatssecretaris Rick van der Ploeg de prijs uitreikte. Het werd daarna nog een heel gezellig feest. Zo’n prijs geeft je vleugels. Maar twee dagen later zit je weer op kantoor en dan is de druk ineens groot. Dan weet je dat je in de toekomst afgerekend gaat worden op die prijs. Dat je kwaliteit moet blijven leveren. Maar dat is alleen maar goed.”
Villa Felderhof sloeg aan vanaf de eerste aflevering. Hoe kwam dat?
"Het was meteen raak met Herman Brood en majoor Bosshardt. We hadden een marktaandeel van 42 of 43 procent; dat is belachelijk hoog. Het was destijds ook volkomen nieuw om een talkshow op een bijzondere locatie te hebben. De sfeer en omgeving waren voor Villa Felderhof heel belangrijk. We zorgden voor kwaliteit. Alles deugde: van de tafellakens tot het licht. En Villa Felderhof was heel rustig. Dat werkt verkwikkend voor de kijker. Gooi er goede muziek overheen en je hebt een mooie taart.”
En de presentator?
"Mensen kwamen logeren en ik zorgde voor ze. Het was belangrijk dat kijkers die aanwezigheid voelden, ook als ik niet in beeld was. Dat hebben we in het begin goed neergezet. Maar het gastheerschap ging altijd door. Ook als de camera niet aanstond. En dat betekende dat als André Hazes ’s nachts de koelkast plunderde, er iemand bij moest zijn. Hij wilde worstenbroodjes, maar die waren er niet in Zuid-Frankrijk. Dus maakten we knakworstjes met eieren. Dat zien de mensen thuis niet, maar zo bouw je wel een band op. Op het eind wilde André niet meer weg. ‘Mag ik bijboeken?’, vroeg hij."
Was het altijd makkelijk om gasten te krijgen?
"Bij de eerste serie was het lastig. Maar bij de tweede zagen de bekende Nederlanders dat het de moeite waard was. Toen kreeg het status, en hoorde een verblijf in de villa bij een carrière.”
Waarom maakt u het programma niet meer?
"Dat moet je aan de NCRV en de netmanager vragen. Die vinden het te duur. Ook al was het een van de best scorende programma’s. Ze gebruiken argumenten als: ‘in crisistijd mag je niet in zo’n villa gaan zitten’. Ik zou het graag weer doen, zelfs na zestien seizoenen zijn er nog genoeg potentieel interessante gasten. Maar zonder Villa Felderhof gaat het ook goed met me hoor. Ik schrijf nu vooral veel.”
Meer over
{literal}