Breaking Bad en Modern Family kregen de meeste prijzen tijdens de 66ste Emmy Awards, de belangrijkste televisieprijzen ter wereld.
Breaking Bad won de Emmy's voor beste dramaserie, beste hoofdrolspeler en beste bijrol. Vorig jaar werd Breaking Bad ook al tot beste serie uitgeroepen. Het versloeg (misschien wel verrassend) de bewierookte serie True Detective. Ook hoofdrolspeler Bryan Cranston die gestalte gaf aan de legendarische Walter White viel voor de vierde keer in de prijzen. Aaron Paul, die de tragische figuur Jesse Pinkman speelde in Breaking Bad, kreeg voor de derde keer een Emmy. Jon Hamm zit aan de andere kant van de medaille, hij won voor de 7de keer niet, voor zijn rol in Mad Men.
Modern Family
Modern Family werd voor het vijfde achtereenvolgende jaar uitgeroepen tot beste comedyserie en daarmee evenaart de serie het record van Frasier. The Big Bang Theory kreeg de prijs voor beste acteur. Jim Parsons viel voor de vierde keer in de prijzen voor zijn rol van Sheldon Cooper.
Benedict Cumberbatch
John de Mol maakte als producent kans op een Emmy voor The Voice, maar die prijs ging naar The Amazing Race. Fargo werd gekozen tot beste miniserie, de prijs voor beste acteur in een miniserie ging naar Benedict Cumberbatsch voor Sherlock. Beste actrice in een miniserie was Jessica Lange voor American Horror Story: Coven. Julianna Margulies won de prijs voor beste vrouwelijke hoofdrol voor The Good Wife.
Robin Williams
Na het debacle bij de VMA's, wist Billy Crystle wel de juiste snaar te raken met zijn ode aan Robin Williams. Billy vertelde over hun vriendschap en liet filmpjes zien. „Hij was de beste vriend die een man kon hebben”, zei Crystal en liet de zaal daarmee in tranen achter.