Bijna vijftig jaar lang sprak de Amsterdamse oud-burgemeester Ed van Thijn (1934-2021) niet over zijn oorlogsverleden. Als Joodse jongen van acht jaar werd hij op transport gezet naar kamp Westerbork. Dankzij zijn vader kon hij ontkomen, om vervolgens onder te duiken op in totaal achttien adressen.
Ed van Thijn
In 1945 kwam hij na verraad opnieuw in Westerbork terecht, waar hij tot de bevrijding verbleef. Zijn ouders overleefden de oorlog eveneens. Begin jaren negentig sprak hij tijdens de conferentie ‘Het ondergedoken kind’. “Wij mochten van geluk spreken en daarom spraken wij tot nu toe niet of nauwelijks”, zei hij destijds.
In 2Doc: Een oorlog die nooit overging vertellen intimi van Van Thijn wat zijn zwijgen voor invloed heeft gehad op zijn leven en op dat van hen.